Naar boven ↑

Rechtspraak

Chatzi
Hof van Justitie van de Europese Unie, 16 september 2010

Chatzi

Geboorte van tweeling geeft geen recht op dubbel ouderschapsverlof. Wel dient lidstaat maatregelen te treffen die garanderen dat met bijzondere noden van ouders met tweeling rekening wordt gehouden

Chatzi werkt als ambtenaar bij het belastingkantoor nr. 1 van Thessaloniki (Griekenland). Op 21 mei 2007 is zij bevallen van een tweeling. Bij besluit van de directeur van het belastingkantoor van 27 juni 2008 is haar op haar verzoek met ingang van 20 september 2007 een bezoldigd ouderschapsverlof van negen maanden toegekend. Vervolgens heeft Chatzi op 30 januari 2009 voor het tweede kind van de tweeling een tweede bezoldigd ouderschapsverlof van negen maanden aangevraagd, dat zou ingaan op 1 maart 2009. Dit verzoek is bij besluit van de directeur van het belastingkantoor van 14 mei 2009 afgewezen. De verwijzende rechter stelt de volgende prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie:

1) Kan clausule 2, punt 1, van de raamovereenkomst ouderschapsverlof, gelet op artikel 24 van het Handvest inzake de rechten van het kind, en op de verbetering van het beschermingsniveau van genoemde rechten die het Handvest met zich heeft gebracht, aldus worden uitgelegd dat tegelijkertijd een recht op ouderschapsverlof voor het kind ontstaat, zodat de toekenning van één periode van ouderschapsverlof ingeval er een tweeling wordt geboren, een schending betekent van artikel 21 van het Handvest [...] wegens discriminatie op grond van geboorte en een beperking van het recht van tweelingen die in strijd is met het evenredigheidsbeginsel?

2) Zo nee: moet de term 'geboorte' in clausule 2, punt 1, van de raamovereenkomst ouderschapsverlof aldus worden uitgelegd dat er een dubbel recht op ouderschapsverlof voor werkende ouders ontstaat, op grond van het feit dat een tweelingzwangerschap resulteert in twee opeenvolgende geboorten van kinderen (een tweeling), of aldus dat het ouderschapsverlof wordt toegekend voor één geboorte, ongeacht het aantal kinderen dat hierbij wordt geboren, zonder dat in dit laatste geval de gelijkheid voor de wet op grond van artikel 20 van het Handvest wordt geschonden?

Het Hof van Justitie EU oordeelt als volgt.

1) Clausule 2, punt 1, van de op 14 december 1995 gesloten raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 96/34/EG van de Raad van 3 juni 1996 betreffende de door de UNICE, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/75/EG van de Raad van 15 december 1997, kan niet aldus worden uitgelegd dat zij aan het kind een individueel recht op ouderschapsverlof toekent.

2) Clausule 2, punt 1, van die raamovereenkomst mag niet aldus worden uitgelegd dat de geboorte van een tweeling recht verleent op evenveel ouderschapsverloven als het aantal kinderen dat is geboren. In het licht van het beginsel van gelijke behandeling legt deze clausule de nationale wetgever echter de verplichting op om een ouderschapsverlofregeling uit te werken die, rekening houdend met de bestaande situatie in de betrokken lidstaat, aan de ouders van tweelingen een behandeling garandeert die naar behoren met hun bijzondere noden rekening houdt. Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of de nationale regeling aan deze eisen voldoet, en in voorkomend geval de nationale regeling zo veel mogelijk in overeenstemming met het recht van de Unie uit te leggen.

  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: ouderschapsverlof, tweeling en gelijke behandeling