Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Technische Schoonmaak Service Nederland
Rechtbank Noord-Holland, 16 september 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5493

Werknemer/Technische Schoonmaak Service Nederland

Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Geen sprake van ongeoorloofde werkweigering. Werkgever mag te veel genoten vakantiedagen niet terugvorderen

Werknemer is sinds 1 april 2009 in dienst van TSN. De arbeidsovereenkomst zou van rechtswege per 30 september 2009 eindigen. Op 14 september 2009 is werknemer evenwel op staande voet ontslagen. Directe aanleiding was het feit dat werknemer die dag te vroeg aan het werk is begonnen en voortijdig – zonder TSN in te lichten – is gestopt om naar het ziekenhuis te gaan. Volgens TSN is dit de druppel die de emmer deed overlopen. Thans vordert werknemer loon over de periode 16-30 september 2009. TSN vordert gefixeerde schadevergoeding wegens schadeplichtig ontslag alsmede vergoeding van te veel genoten vakantiedagen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De als zodanig benoemde ‘druppel’ was juridisch onvoldoende om de emmer te doen overlopen. Van ongeoorloofde afwezigheid was immers geen sprake. Sterker, werknemer heeft nog zijn best gedaan om het vanwege zijn ziekenhuisbezoek te verwachten verzuim zo veel mogelijk te beperken, door die dag vroeger te beginnen. De loonvordering van werknemer wordt derhalve toegewezen.

Met betrekking tot de vergoeding van te veel genoten vakantiedagen, oordeelt de kantonrechter als volgt. Ervan uitgaande dat werknemer inderdaad meer vakantiedagen heeft genoten dan waarop hij recht had, betekent dit bij gebreke van een voldoende wettelijke grondslag nog niet zonder meer dat hij verplicht kan worden tot vergoeding van deze dagen in geld. Dat zou alleen anders zijn indien hem vooraf op niet mis te verstane wijze zou zijn medegedeeld dat hij de loonwaarde van deze dagen bij het einde van het dienstverband zou moeten terugbetalen, als hij op dat ogenblik te weinig vakantiedagen mocht hebben opgebouwd. Dat is weliswaar door TSN gesteld, maar door werknemer betwist en vervolgens niet bewezen, noch voldoende concreet te bewijzen aangeboden. Kortheidshalve wordt verwezen naar Ktr. Zaandam, 31 maart 1994, NJ 1995, 318 en Ktr. Amsterdam 24 februari 1995, Prg 1995, 4304.