Werkneemster/Metro Cash : Carry Nederland

Werkneemster is door de Makro op staande voet ontslagen wegens het stelen van een potje lippencrème. Volgens de Makro is op videobeelden duidelijk te zien dat werkneemster het potje crème zich wederrechtelijk toe-eigent en heeft werkneemster dit met zoveel woorden bekend in een gesprek met de Makro. Werkneemster betwist dat zij het potje crème heeft gestolen. Volgens haar zijn de videobeelden onduidelijk en kan geen waarde aan haar verklaringen worden gehecht, omdat zij onder druk zijn afgegeven. Volgens werkneemster is het ontslag nietig en heeft zij recht op loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Een dringende reden kan aanwezig worden geacht wanneer de werknemer zich schuldig maakt aan diefstal, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt (art. 7:678 lid 2 onder d BW). De bewijslast ten aanzien van de dringende reden rust op de werkgever (HR 24 oktober 1986, NJ 1987, 126), uitzonderingen daargelaten (HR 13 juni 1986, NJ 1986, 764 en HR 11 december 1987, NJ 1988, 339). De kantonrechter merkt op dat het plaatsen van een verborgen camera naar aanleiding van een concrete verdenking in het algemeen toegestaan is (HR 27 april 2001, NJ 2001, 421; Wennekes Lederwaren). In het onderhavige geval is gesteld noch gebleken dat deze maatregel niet voldeed aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan diefstal van aan de werkgever toebehorende goederen ook voldoende grond opleveren voor een ontslag op staande voet als de waarde van de weggenomen goederen zeer bescheiden is (zie bijvoorbeeld voor een recente zaak, Ktr. Leeuwarden van 3 februari 2010, RAR 2010, 58; ontslag op staande voet voor het stelen van een pakje shag). In casu heeft werkneemster de diefstal van het potje crème onvoldoende betwist. Zij heeft geen verklaringen kunnen aanvoeren voor het feit dat zij het potje bij zich droeg en bekennend heeft gereageerd op de aantijgingen jegens haar. Voorts zijn alle procedurele eisen zorgvuldig uitgevoerd door de Makro. Dat sprake zou zijn van een voorgewende reden om op een goedkope wijze van een oudere werknemer af te komen, acht de kantonrechter niet aannemelijk.

Volgt afwijzing loonvordering werkneemster.