Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Trek Air BV
Rechtbank Limburg, 26 mei 2010
ECLI:NL:RBMAA:2010:BN7900

Werknemer/Trek Air BV

Loonvorderingen drie jaar na einde dienstverband en zwijgen werknemer bij eindafrekening afgewezen wegens rechtsverwerking

Werknemer is van 1 maart 1999 tot 1 maart 2005 in dienst geweest bij Trek Air waarbij hij zijn werkzaamheden verrichtte te Maastricht-Aachen Airport, Beek. Bij brief van 23 augustus 1999 heeft de Stichting Cesmetel Trek Air ervan in kennis gesteld dat Trek Air was ingedeeld in de bedrijfstak Metalektro. Tegen deze indeling is bezwaar gemaakt naar aanleiding waarvan op 22 april 2003 door de Raad van Overleg Metalektro is bepaald dat Trek Air onterecht in de bedrijfstak was ingedeeld. Per 1 april 2003 is Trek Air gestopt met pensioenafdracht overeenkomstig de CAO Metalektro (hierna: de cao) en heeft de vakantiedagen verlaagd van 25 (overeenkomstig de cao) naar 20 (overeenkomstig de individuele arbeidsovereenkomst). Werknemer vordert, onder meer: (a) niet betaalde loon(sverhogingen); (b) de over (a) berekende vakantietoeslag alsmede de vakantietoeslag van 8% vanaf 1 juli 2004 tot en met 1 maart 2005; (c) vergoeding voor de vanaf 2000 niet genoten vakantiedagen; (d) de in januari 2005 niet betaalde gratificatie; (e) betalingen aan de pensioenfondsen vanaf 1 juli 2001.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Een deel van de vorderingen is verjaard. Voor het overige is sprake van rechtsverwerking. De kantonrechter overweegt dat van rechtsverwerking pas sprake kan zijn, indien de schuldeiser zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van het betrokken recht (HR 7 juni 1991, NJ 1991, 708). Een beroep op rechtsverwerking komt neer op een beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid en wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden gegrond geoordeeld (HR 20 mei 2005, RvdW 2005, 75). Het enkel tijdsverloop of enkele stilzitten van de wederpartij is onvoldoende. Vereist is de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan hetzij bij appellant het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken, hetzij schuldenaar in zijn positie onredelijk zou worden benadeeld in geval geïntimeerde zijn aanspraak alsnog geldend zou maken (HR 24 april 1998, NJ 1998, 621). De kantonrechter oordeelt dat in de onderhavige zaak bijzondere omstandigheden aan de orde zijn. Als gesteld en niet betwist staat vast dat werknemer in de laatste periode van zijn dienstverband geklaagd heeft over de gratificatie, de vakantiedagen, de ATV-dagen en het pensioen, alsmede dat er is gediscussieerd over de toepasselijkheid van de cao. De kantonrechter acht van belang dat werknemer in deze discussie werd bijgestaan door een rechtskundig gemachtigde en dat dit gegeven bij Trek Airook bekend was. Het dienstverband is vervolgens beëindigd waarbij er door de werkgever een eindafrekening is opgesteld en overeenkomstig deze is afgewikkeld. De eindafrekening behoort in beginsel het sluitstuk te zijn van de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst en beide partijen mogen er in beginsel op rekenen dat daarmee alle verplichtingen over en weer eindigen. Niet gesteld of gebleken is dat bij deze eindafrekening door werknemer, al dan niet via zijn gemachtigde, een voorbehoud is gemaakt. Daar waar er eerder al discussie bestond tussen partijen had dit wel op de weg van werknemer gelegen. Verder blijkt uit de stellingen van partijen eerst meer dan drie jaar later van het hervatten van de discussie tussen hen. Daarbij geldt dit dan slechts voor een deel van het gevorderde, nu aangaande de loonvordering niet gesteld of gebleken is dat werknemer reeds voorafgaand aan de eindafrekening hierover geklaagd heeft terwijl deze vordering in de sommatiebrief ontbreekt en eerst bij dagvaarding, derhalve meer dan vier jaar na einde van het dienstverband, ingesteld wordt. Deze omstandigheden in onderling verband beschouwd leiden tot de conclusie dat bij Trek Air het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat werknemer zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken.