Rechtspraak
Rechtbank Overijssel, 17 september 2010
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8176
Werknemer/Kaltenbach Shotblast and Painting Systems
Werknemer is van 1 december 2009 tot 1 januari 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam geweest voor Kaltenbach. Werknemer is op 1 januari 2010 in dienst getreden van Shotblastsupport B.V. (Shotblastsupport). Bora Borgh Beheer B.V. (Bora Borgh) is de moedervennootschap van Shotblastsupport. Bij vonnis van de Kantonrechter Enschede d.d. 31 maart 2010 is werknemer veroordeeld om zijn werkzaamheden bij Bora Borgh en de met haar verbonden vennootschappen binnen twee dagen na betekening van het vonnis te staken en tot januari 2011 gestaakt te houden omdat hij naar het oordeel van de kantonrechter de in de arbeidsovereenkomst met hem opgenomen concurrentiebeding heeft overtreden, op straffe van een dwangsom van € 450 per dag dat hij hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000. Werknemer vordert een verbod tot tenuitvoerlegging van het vonnis en verbeurdverklaring van de dwangsommen.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Vast is komen te staan dat werknemer ten minste driemaal het verbod heeft overtreden. Voor het overige zal het gevorderde verbod worden toegewezen. In reconventie oordeelt de rechter als volgt. De calculerende houding van werknemer die in ieder geval weinig of geen respect voor vonnissen verraadt (werkzaamheden verrichten in strijd met het rechterlijk verbod en na betrapping aanbieden om dan maar de dwangsom te betalen), maakt duidelijk dat een dwangsom van € 450 per dag voor werknemer onvoldoende prikkel is zich aan (het verbod van) het vonnis d.d. 31 maart 2010 te houden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat nu een krachtiger prikkel dient te worden gegeven. Een dwangsom van € 5.000 per dag, zoals door Kaltenbach gevorderd, is dat wellicht. De voorzieningenrechter zal de hoogte van de totaal te verbeuren dwangsommen niet maximeren.