Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster/International Marques VOF
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 18 augustus 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN7360

Werkneemster/International Marques VOF

BBA van toepassing op Belgische werkneemster wegens terugval op de Nederlandse arbeidsmarkt

Werkneemster (51 jaar) is sinds 1 september 2004 in dienst van IM, in de functie van general manager. Zij heeft de Nederlandse nationaliteit en is woonachtig in Belgiƫ. Op 10 maart 2010 is de arbeidsovereenkomst van werkneemster per direct opgezegd. Op 12 maart 2010 heeft werkneemster de nietigheid wegens het ontbreken van toestemming ex artikel 6 BBA ingeroepen. Werkneemster vordert loon en wedertewerkstelling.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Ingevolge de jurisprudentie van de Hoge Raad heeft als uitgangspunt te gelden dat de toepasselijkheid van het BBA moet worden beoordeeld aan de hand van het antwoord op de vraag of de belangen van de Nederlandse arbeidsmarkt geraakt worden bij de aan de orde zijnde arbeidsovereenkomst en het ontslag. Daarvan is in het bijzonder sprake indien werkneemster ten tijde van het ontslag terug zou vallen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Vast staat dat IM haar onderneming voert vanuit Haarlem en dat werkneemster haar werkzaamheden vanuit het kantoor te Haarlem verrichtte. Gelet op de omstandigheid dat niet althans onvoldoende is weersproken dat de markt van distributie en marketing in (alcoholhoudende) dranken niet groot is, en de regio waar werkneemster haar arbeid in haar functie bij IM en in haar vorige functie in dezelfde branche bij een andere werkgever in Nederland, te weten in Weesp, heeft verricht, alsmede in aanmerking genomen dat zij belastingplichtig is in Nederland en mede afhankelijk is van Nederland voor onder meer de fiscale aftrek van de hypotheeklasten, is voldoende aannemelijk dat werkneemster is aangewezen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het enkele aanknopingspunt dat zij woonachtig is in Belgiƫ, waar zij na haar huwelijk met haar Belgische partner is gaan wonen, is onvoldoende om aan te nemen dat werkneemster voor een nieuwe functie in ieder geval primair gericht zal zijn op de Belgische, dan wel buitenlandse, arbeidsmarkt. Het hiervoor overwogene leidt tot de conclusie dat in dit geval het BBA van toepassing is en dat op grond daarvan de vereiste toestemming voor de opzegging van de arbeidsverhouding met werkneemster ontbreekt.