Rechtspraak
werknemer/Veolia Transport Nederland NV
Werknemer (43 jaar) is sinds 2001 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Veolia, als hoofd personeel en organisatie. Werknemer vervulde voor Veolia in internationaal verband diverse functies als director human resources. Met ingang van 15 juli 2004 was hij director HR and Projects for Connex Verkehr GmbH, Germany. Met ingang van 1 juli 2006 werd werknemer tewerkgesteld als managing director voor Veolia Transport Business Area Slovenia : Croatia. Steeds werd ter gelegenheid van deze tewerkstellingen een Secondment Agreement opgesteld. In deze Secondment Agreements stond opgenomen dat alle geschillen aan Nederlandse arbitrage waren onderworpen. In de arbeidsovereenkomst zelf stond geen arbitragebeding. Bij terugkeer in Nederland – op initiatief van werknemer – weigert werknemer de hem aangeboden functie te verrichten. Daaropvolgend heeft Veolia de arbeidsovereenkomst laten ontbinden. Werknemer is van mening dat de kantonrechter onbevoegd is van het geschil kennis te nemen nu in de Secondment Agreement een arbitragebeding is opgenomen. De kantonrechter heeft bij beschikking van 8 januari 2009 de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden per 1 februari 2009 en de door werknemer verzochte ontbindingsvergoeding afgewezen. Werknemer is van deze beschikking in hoger beroep gekomen. Hij heeft het hof verzocht Veolia alsnog niet-ontvankelijk te verklaren, althans het verzoek tot ontbinding af te wijzen. Bij beschikking van 5 augustus 2009 heeft het hof het beroep van werknemer verworpen. In cassatie klaagt werknemer onder meer dat het hof ten onrechte heeft overwogen dat de Secondment Agreement uit 2006 bij terugkeer in Nederland zou zijn uitgewerkt. Volgens werknemer dient deze Secondment Agreement als arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 jo. 7:610a BW te worden beschouwd.
De advocaat-generaal concludeert als volgt. Het hof heeft terecht mogen oordelen dat met het opstellen van de Secondment Agreements geen nieuwe arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. De bepalingen in de Secondment Agreement zijn opgenomen om de detachering goed te regelen. Dergelijke bepalingen kunnen dan ook overeenkomen met de bepalingen uit de Employment Agreement. Dit maakt de Secondment Agreement nog geen zelfstandige arbeidsovereenkomst.
De Hoge Raad oordeelt als volgt. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 Wet RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.