Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Vereniging van Eigenaars Service-Appartementen "Het Hooghe Oord"
Hoge Raad, 15 oktober 2010
ECLI:NL:HR:2010:BN6240

werknemer/Vereniging van Eigenaars Service-Appartementen "Het Hooghe Oord"

Maximering kennelijk onredelijk ontslagvergoeding tot aan pensioengerechtigde leeftijd is niet in strijd met het recht. XYZ-formule

Werknemer (geboren 1944) is op 1 juni 1978 in dienst getreden bij Hooghe Oord. Met toestemming van het CWI is de arbeidsovereenkomst van werknemer tegen 30 september 2007 opgezegd. In het verzoek tot toestemming heeft Hooghe Oord medegedeeld dat werknemer was vrijgesteld van werkzaamheden, om zodoende vanuit een 'werkende situatie' uit te zien naar ander werk. Hooghe Oord heeft werknemer aangeboden zijn WW-uitkering aan te vullen tot aan zijn 65e levensjaar. Dit aanbod heeft werknemer niet geaccepteerd. Na afloop van de arbeidsovereenkomst heeft werknemer schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag gevorderd. De kantonrechter heeft werknemer een schadevergoeding ex artikel 7:681 BW van € 40.000 toegekend. Het hof heeft dit vonnis vernietigd en werknemer een vergoeding van € 14.000 toegekend. Daarbij heeft het hof overwogen dat dit bedrag overeenkomt met het verschil in loonderving en inkomsten uit diens WW-uitkering aangevuld met een pensioenbijdrage. Werknemer keert zich in cassatie tegen dit arrest en stelt onder meer dat het hof ten onrechte de XYZ-formule heeft toegepast en dat maximering van de schadevergoeding tot aan de pensioengerechtigde leeftijd verboden leeftijdsonderscheid oplevert.

De advocaat-generaal concludeert als volgt. De klacht dat het hof ten onrechte een formulematige benadering heeft toegepast, slaagt, maar kan werknemer niet baten. Hoewel het hof namelijk de XYZ-formule noemt, blijkt uit de motivering en berekening van de schadevergoeding dat zij deze formule in casu niet heeft gehanteerd. Het uitgangspunt dat – behoudens eventuele immateriële schade die werknemer onvoldoende heeft gesteld – de schadevergoeding ex artikel 7:681 BW niet meer kan bedragen dan het verlies aan inkomen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, is niet in strijd met het recht. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is een vaste pensioendatum niet in strijd met het recht. Geheel in lijn daarmee werd in het arrest Rutten/Breed maximering van de schadepost inkomstenderving tot de pensioendatum evenmin in strijd met het recht geoordeeld, aldus de advocaat-generaal. Hoewel het eerste cassatiemiddel dus slaagt, heeft werknemer daar geen baat bij omdat hij niet meer schadevergoeding zal ontvangen. De advocaat-generaal concludeert derhalve tot verwerping van het cassatieberoep wegens gemis aan belang.

De Hoge Raad oordeelt als volgt. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 Wet RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Volgt verwerping van het cassatieberoep.