Naar boven ↑

Rechtspraak

VSC Schoonmaakdiensten BV/werkneemster
Rechtbank Overijssel, 8 oktober 2010
ECLI:NL:RBALM:2010:BO0020

VSC Schoonmaakdiensten BV/werkneemster

Ontbindingsrechter niet gebonden aan in een cao genormeerde ontslagvergoeding. Opzegverbod tijdens ziekte niet van toepassing

Werkneemster is in dienst van VSC in de functie van meewerkend voorvrouw. Zij is vanaf 28 mei 2009 arbeidsongeschikt. Holland Casino Enschede (het schoonmaakobject) heeft de schoonmaakwerkzaamheden heruitbesteed en deze aanbesteding heeft ertoe geleid dat EW Cleaning Operations BV vanaf 16 augustus 2010 het schoonmaakwerk in het casino gaat verrichten. Werkneemster wordt op grond van artikel 38 Collectieve Arbeidsovereenkomst in het schoonmaak- en glazenwasserbedrijf niet overgenomen door EW Cleaning. VSC verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster verweert primair met afwijzing en subsidiair met toekenning van de in de cao genormeerde ontslagvergoeding (gelijk aan resterende loonbetaling tijdens ziekteperiode).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel sprake is van een opzegverbod wegens ziekte, dient de arbeidsovereenkomst te worden ontbonden. De kantonrechter is niet gebonden aan hetgeen over de omvang van de vergoeding in artikel 38 lid 8 van de cao is bepaald. Het toekennen van een vergoeding ex artikel 7:685 lid 8 BW is een aan de rechter voorbehouden discretionaire bevoegdheid. Het voorgaande impliceert niet dat de rechter geen rekening heeft te houden met hetgeen cao-partijen over de omvang van de vergoeding zijn overeengekomen. VSC heeft geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht die erop wijzen dat de vergoeding minder moet worden dan is bepaald in vorenbedoelde cao-bepaling. Op haar beurt heeft werkneemster niets gedaan waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de vergoeding hoger dient uit te vallen. Gelet op het voorgaande zal aan werkneemster een vergoeding worden toegekend van € 10.829,14 bruto.