Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Combiwel
Rechtbank Amsterdam, 11 juni 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017

werkneemster/Combiwel

Verlofdagen moeten eerst aan ADV-uren en pas daarna aan vakantie-uren worden toegerekend. Afkoop vakantieverlof beperkt tot bovenwettelijk deel. FNV/Staat-arrest

Werkneemster is sinds 2004 in dienst van Combiwel. Werkneemster voert aan dat zij over de jaren 2004 tot en met 2009 991 ADV-uren heeft opgebouwd, en aan vakantiedagen 849 uren. In totaal heeft zij 1107 uren opgenomen, inclusief afgekochte ADV-uren. Naar de mening van werkneemster resteren derhalve 733 uren, welke zij wenst af te kopen. Combiwel stelt zich op het standpunt dat werkneemster voornamelijk vakantiedagen heeft opgenomen, waardoor zij nog veel ADV-uren had openstaan. Deze zijn echter op grond van de CAO Kinderopvang komen te vervallen. Voorts zou afkoop van het restant in strijd zijn met EU-recht (FNV/Staat-arrest).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Combiwel heeft werkneemster nimmer gewezen op het feit dat de ADV-uren aan het einde van het kalenderjaar zouden komen te vervallen. Van Combiwel had derhalve verwacht mogen worden dat verlofuren eerst ten laste zouden komen van het ADV-tegoed en pas daarna ten laste van het vakantietegoed zouden komen. Mocht dit anders zijn, dan verzet zich het goed werkgeverschap in de onderhavige zaak tegen een beroep op verval van de verlofdagen. Werkneemster heeft derhalve nog een vakantieverlof van 733 uren. Combiwel heeft ten aanzien van de afkoop hiervan aangevoerd dat een dergelijke afkoop slechts is toegestaan voor de zogenaamde bovenwettelijk opgebouwde vakantie-uren, dat wil zeggen de vakantie-uren boven het wettelijk minimum van vier weken per jaar. Combiwel wijst daarbij op het arrest van het Hof van Justitie EG van 6 april 2006 (JAR 2006/102), uit welke uitspraak volgt dat het aanvankelijke standpunt van de Nederlandse regering dat alle over voorgaande jaren opgebouwde vakantiedagen als bovenwettelijk moeten worden aangemerkt, onverenigbaar is. De kantonrechter is met Combiwel van mening dat uit de Richtlijn 93/104/EG volgt dat slechts de per kalenderjaar bovenwettelijk opgebouwde uren tijdens het dienstverband afgekocht kunnen worden. Partijen hebben zich er niet over uitgelaten welk gedeelte van de opgebouwde 849 uren bovenwettelijke uren betreffen. Uit de door hen overgelegde stukken is dat ook niet eenvoudig af te leiden. Het is in beginsel de werkgever die het overzicht dient bij te houden van opgebouwde en opgenomen vakantiedagen. Redelijkerwijs brengt dat met zich dat het ook de werkgever is die dient bij te houden welk deel van de opgebouwde dagen op de bovenwettelijke dagen betrekking heeft, en welk op de wettelijke.

Volgt aanhouding van de zaak.