Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 4 augustus 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO4139
A : B Financiële Diensten/DAS Nederlandse Rechtsbijstand
A : B Financiële Diensten heeft in het kader van een in 2007 gerezen arbeidsconflict met een van haar werknemers haar rechtsbijstandverzekeraar, DAS, om advies gevraagd met betrekking tot de non-actiefstelling van deze werknemer. Uiteindelijk heeft de behandelend jurist aan werknemer een brief gezonden waarin staat dat hij per direct op non-actief is gesteld. Deze non-actiefstelling is achteraf door A : B Financiële Diensten bevestigd. In de later gevoerde ontbindingsprocedure wordt de non-actiefstelling als te voorbarig bestempeld en wordt aan werknemer een flinke vergoeding toegekend. Thans vordert A : B Financiële Diensten schadevergoeding wegens onzorgvuldig handelen van DAS.
De rechtbank oordeelt als volgt. Ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de kantonrechter ter zitting heeft gezegd dat het op non-actief stellen voorbarig was, is daarmee nog niet gesteld (en is al helemaal niet gebleken) dat een redelijk handelend rechtsbijstandjurist onder de gegeven omstandigheden niet eveneens zou hebben geadviseerd om tot het op non-actief stellen over te gaan. Hierbij spelen omstandigheden zoals de wensen en gevoelens van A : B Financiële Diensten een belangrijke rol, waarbij met name kan worden gewezen op de door A : B Financiële Diensten geuite bezwaren dat werknemer nog actief werkte binnen de klantendatabase en contacten onderhield met cliënten en de 'ongezond hoge spanningsboog in de directe communicatie' tussen werknemer en A : B Financiële Diensten. Het gaat er in het onderhavige geval daarom vooral om of DAS een verwijt valt te maken van het feit dat werknemer door de rechtsbijstandjurist van DAS zonder toestemming van A : B Financiële Diensten op non-actief is gesteld. Dat is niet het geval, omdat A : B Financiële Diensten van meet af aan aanstuurde op een non-actiefstelling en deze non-actiefstelling uiteindelijk bevestigde.