Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 23 november 2010
ECLI:NL:GHARN:2010:BO5985

werknemer/werkgever

Ontslag statutair bestuurder. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder tussentijds opzegbeding? Geen kennelijk onredelijk ontslag

Het gaat hier om een statutair bestuurder die door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van werkgever van 5 maart 2008 is ontslagen; bij ditzelfde besluit is de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd tegen 1 mei 2008. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 15 april 2005, LJN AS2713, HR 15 april 2005, LJN AS2030 en HR 3 februari 2006, LJN AU9716) volgt dat het antwoord op de vraag welke gevolgen het ontslagbesluit heeft voor de arbeidsverhouding tussen de bestuurder en de vennootschap moet worden gegeven aan de hand van het bepaalde in de arbeidsovereenkomst en in de op de arbeidsovereenkomst toepasselijke wetsbepalingen, voor zover Boek 2 BW deze wetsbepalingen niet uitdrukkelijk terzijde stelt. De artikelen 2:134 BW en 2:244 BW strekken ertoe te bewerkstelligen dat door een ontslagbesluit ook een einde wordt gemaakt aan de arbeidsrechtelijke verhouding. Daarom heeft te gelden, aldus de Hoge Raad, dat een ontslagbesluit in beginsel tevens de beƫindiging van de dienstbetrekking van de bestuurder tot gevolg heeft, waarbij voor een uitzondering slechts plaats is indien een wettelijk ontslagverbod aan die beƫindiging in de weg staat of indien partijen anders zijn overeengekomen. Een wettelijk ontslagverbod is in deze zaak niet aan de orde. Wel is sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Partijen twisten over het antwoord op de vraag of sprake is van een tussentijds opzegbeding en de werkgever derhalve schadeplichtig is.

Het hof oordeelt als volgt. Uit de feiten en omstandigheden leidt het hof af dat partijen niet anders bedoeld kunnen hebben dan een tussentijds opzegbeding overeen te komen. Dat strookt ook met de hiervoor genoemde arresten van de Hoge Raad. Het ontslag is voorts niet kennelijk onredelijk, zodat de vorderingen worden afgewezen.