Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Van Hoof Adviesgroep BV
Rechtbank Oost-Brabant, 24 juni 2010

werknemer/Van Hoof Adviesgroep BV

Concurrentiebeding dient opnieuw schriftelijk overeengekomen te worden bij omzetting contract bepaalde tijd in onbepaalde tijd

Werknemer is van 1999 tot 2008 in dienst geweest van Van Hoof, als financieel adviseur. Een deel van het loon was vast en een deel bestond uit provisie. Een deel van deze provisie werd in een depot gestopt. Het eerste geschilpunt in de onderhavige procedure is of werknemer aanspraak maakt op de inhoud van dit depot bij einde dienstverband. Daarnaast staat de vraag centraal of werknemer nog gebonden is aan het concurrentiebeding, nu dit beding bij omzetting van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in onbepaalde tijd niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen. Wel bevat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een uitdrukkelijke clausule dat 'alle rechten en plichten die voortvloeien uit voorgaande arbeidsovereenkomsten voor beide partijen blijven bestaan'.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft recht op de inhoud van het depot. Dat hierop nog mogelijke inhoudingen zouden kunnen plaatsvinden door verval van verzekeringspolissen (en dus provisie-inkomsten) doet niet ter zake. Met betrekking tot het concurrentiebeding overweegt de kantonrechter dat een verwijzing zoals hier aan de orde, onvoldoende is om gebondenheid aan het concurrentiebeding aan te nemen. Een nadrukkelijkere verwijzing is daartoe vereist, zodat werknemer niet meer aan het concurrentiebeding is gebonden.