Rechtspraak
Koerkamp/’t Tilcentrum BVRechtbank Gelderland, 3 november 2010
Koerkamp/’t Tilcentrum BV
Koerkamp is op 14 oktober 2002 bij 't Tilcentrum in dienst getreden als medewerker CRM logistiek. De arbeidsovereenkomst is wegens bedrijfseconomische redenen per 1 september 2009 opgezegd. Koerkamp vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In de eerste plaats miskent Koerkamp dat de vordering op grond van artikel 7:681 BW er een is op grond van wanprestatie, welke vordering moet worden beoordeeld aan de hand van de regels met betrekking tot schadevergoeding als neergelegd in Boek 6 BW. Koerkamp heeft onvoldoende gedaan aan zijn stelplicht door duidelijk aan te geven in welke opzichten zijns inziens gedaagde tekort is geschoten in zijn verplichtingen als goed werkgever. Ook de geleden en te lijden schade is in de lucht blijven hangen. Kort gezegd komt het erop neer dat Koerkamp meent dat hem ter zake de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een vergoeding toekomt. Dat is – zonder nadere motivering – evenwel onvoldoende om de kennelijke onredelijkheid van het ontslag aan te nemen. Evenmin is sprake van een valse of voorgewende reden, zodat de vordering wordt afgewezen.