Rechtspraak
PHD Consultancy BV/RitmeesterRechtbank Gelderland, 22 november 2010
PHD Consultancy BV/Ritmeester
Ritmeester is van 1 juli 2009 tot 1 april 2010 in dienst geweest van PHD Consultancy in de functie van consultant. Op de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding van toepassing. PHD vordert in deze procedure dat Ritmeester zijn werkzaamheden voor De Bruin c.q. MSC per direct staakt. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of De Bruin c.s. kan worden aangemerkt als een 'relatie' in de zin van het relatiebeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Geschilpunt is de vraag of De Bruin als relatie van PHD in de zin van het beding kan worden aangemerkt. Voor zover het beding uitleg behoeft, dient primair de Haviltex-norm te worden aangelegd. Partijen hebben evenwel over en weer geen enkel inzicht gegeven in hetgeen zij destijds bij het aangaan van het beding daarmee voor ogen hadden. En aangezien de tekst kennelijk uit de koker van PHD kwam, ligt terughoudendheid voor de hand bij de interpretatie van het beding, hetgeen met zich brengt dat het begrip 'relatie' een restrictieve benadering van de rechter tegemoet kan zien. Voorshands moet worden geoordeeld dat de omstandigheden die PHD aanvoert ten betoge dat De Bruin als een relatie in de zin van het beding heeft te gelden, zacht gezegd te mager zijn om dit betoog te kunnen dragen. Daarnaast is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat Ritmeester al werkzaam is voor De Bruin. Een tekstje op LinkedIn valt nauwelijks als een serieus bewijsmiddel van feitelijke werkzaamheden te beschouwen. De onderhavige procedure leent zich niet voor nadere bewijsvoering, zodat de vorderingen van PHD moeten worden afgewezen. Wel wijst de kantonrechter Ritmeester op het feit dat hij een 'gewaarschuwd man' is, voor het geval hij het relatiebeding wel overtreedt.