Naar boven ↑

Rechtspraak

X-Flow/werknemer
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 december 2010
ECLI:NL:GHARN:2010:BO7394

X-Flow/werknemer

Rechter dient terughoudendheid te betrachten bij matiging boete concurrentiebeding. Buitensporige omvang contractuele boete is onvoldoende voor matiging

Werknemer is op 1 november 2001 bij X-Flow in dienst getreden in de functie van (senior) R:D-medewerker binnen het R:D center. Per 1 april 2006 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en is hij kort daarna in dienst getreden van Degrémont. Hij is bij Degrémont in de proeftijd ontslagen. Werknemer heeft door zijn indiensttreding bij Degrémont in de periode van 2 mei 2006 tot 1 augustus 2006 het in de arbeidsovereenkomst vermelde concurrentiebeding geschonden. Hij heeft niet (voldoende gemotiveerd) bestreden dat hij in verband met deze schending van het concurrentiebeding op grond van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst in beginsel een bedrag van € 925.000 aan boetes jegens X-Flow heeft verbeurd. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de boetes – wegens buitensporigheid – evenwel gematigd tot € 44.000. Tegen dit oordeel keert X-Flow zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Op grond van artikel 6:94 lid 1 BW kan de rechter, op verlangen van de schuldenaar, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist, de bedongen boete matigen, met dien verstande dat hij de schuldeiser ter zake van de tekortkoming niet minder kan toekennen dan de schadevergoeding op grond van de wet. De in artikel 6:94 lid 1 BW omschreven maatstaf brengt mee dat de rechter pas als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt, van zijn bevoegdheid tot matiging gebruik mag maken. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen (HR 27 april 2007, LJN AZ6638, NJ 2007, 262). Dat de rechter zich terughoudend dient op te stellen alvorens tot matiging over te gaan, blijkt ook uit de parlementaire geschiedenis (Boek 6, TM, p. 324). In casu acht het hof de volgende omstandigheden van belang. X-Flow heeft werknemer meermalen gewaarschuwd hem aan het concurrentiebeding te houden en de contractuele boetes op te eisen. Desondanks is werknemer willens en wetens in dienst getreden van een concurrent. Deze tekortkomingen zijn hem te verwijten. Daar staat tegenover dat X-Flow op geen enkele wijze haar schade aannemelijk heeft gemaakt. Gelet hierop zal het hof de door werknemer verbeurde boetes matigen tot een bedrag van € 100.000, te vermeerderen met de wettelijke rente.