Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland, 29 oktober 2009
ECLI:NL:RBALK:2009:BK7945
werknemers/Vroon Offshore Services
Vier werknemers zijn op 6 mei 2009 op non-actief gezet door Vroon. Reden hiervoor is dat werknemers hebben geweigerd om een gewijzigde Drugs : Alcohol Policy te ondertekenen. Vervolgens is een aantal werknemers gedegradeerd in functie vanwege deze weigering. Thans vorderen werknemers ongedaanmaking van de degradatie en non-actiefstelling. Zij stellen zich op het standpunt dat de nieuwe Drugs : Alcohol Policy zonder overleg met de werknemers en/of sociale partners is ingevoerd, terwijl het beleid een grote inbreuk maakt op de privacy van werknemers (ondergaan van een urinetest en doorzoeking van privébezittingen door Vroon).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Met werknemers moet worden geoordeeld dat het nieuwe beleid op belangrijke punten een wijziging bevat ten opzichte van het oude. Het afnemen van een urinetest kan als ingrijpend worden beschouwd, zeker nu uit een urinemonster meer kan blijken dan het feit of iemand alcohol of drugs heeft gebruikt. De maatregel van het controleren van privébezittingen en hutten is er een die inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer. Een dergelijke inbreuk is slechts toegestaan indien daarvoor een wettelijke basis is. Die mogelijkheid is in het Wetboek van Koophandel in het leven geroepen voor de kapitein van een schip, overigens onder bepaalde omstandigheden en in zeer beperkte mate, maar zeker niet voor de werkgever als zodanig. Het had op de weg van Vroon gelegen een dergelijk beleid voor te leggen aan het personeel, met de mogelijkheid daarop te reageren en bezwaar te maken, alvorens een beleid door te voeren. Dit klemt temeer nu Vroon om onbekend gebleven redenen geen ondernemingsraad heeft, terwijl een bedrijf met 600 werknemers hiertoe wel verplicht is ingevolge de wet. Indien Vroon wel een ondernemingsraad zou hebben gehad dan zou het voorgestelde alcohol- en drugsbeleid, vanwege de daarin genoemde arbeidsomstandigheden onder de reikwijdte van artikel 27 Wet op de Ondernemingsraden (WOR) vallen, waardoor het instemming van de ondernemingsraad behoeft. Onder de hierboven geschetste omstandigheden hebben werknemers, door niet te tekenen voor het beleid zoals dat er lag, naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet gehandeld in strijd met een goed werknemerschap noch in strijd met welke andere verplichting uit de arbeidsovereenkomst dan ook. Dit leidt ertoe dat de gevolgen van de schorsing ongedaan dienen te worden gemaakt.