Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/werkneemster
Rechtbank Amsterdam, 27 september 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO8012

werkgever/werkneemster

Liefdesrelatie met partner concurrerend advocatenkantoor leidt tot ontbinding met een beperkte vergoeding. Geen schending 8 EVRM

Begin februari 2009 heeft A een wervings- en adviesbureau in de gelegenheid gesteld om kandidaten te introduceren voor de vacature van advocaat medewerker huurrecht. In februari 2009 heeft het adviesbureau werkneemster (32 jaar) bij A geïntroduceerd, die sedert mei 2002 bij advocatenkantoor B werkzaam was als advocaat huurrecht. Nadat in februari en maart 2009 twee gesprekken hadden plaatsgevonden tussen partijen, heeft A aan werkneemster een arbeidsovereenkomst aangeboden, die zij op 23 maart 2009 heeft getekend. Op uitnodiging van A vond op 26 maart 2009 een bespreking plaats met werkneemster. Aanleiding was dat A het gerucht had bereikt dat zij een liefdesrelatie had met de heer X, oprichter en senior partner van B. A beschouwt B als haar grootste concurrente. Op de vraag of deze geruchten juist waren, heeft zij ontkennend geantwoord. Werkneemster is per 1 juli 2009 in dienst getreden bij A als advocaat senior medewerker in het huurrechtteam van de praktijkgroep vastrecht, tegen een bruto maandsalaris van € 6.980,12. Vanaf 1 januari 2010 is zij benoemd in de functie van advocaat senior counsel en is haar bruto maandsalaris verhoogd tot € 7.286,71. Op 31 mei 2010 heeft werkneemster A geïnformeerd dat zij een relatie had met X en dat zij inmiddels met hem samenwoonde. Thans verzoekt A ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster. Door werkneemster in dienst te houden loopt A immers een serieus risico dat strikt vertrouwelijke en zeer gevoelige informatie bij haar grootste concurrent terecht komt, doordat het onvermijdelijk is dat tussen liefdespartners die hetzelfde werk doen – hoezeer ook onbedoeld of ongewild – concurrentiegevoelige informatie wordt uitgewisseld.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voorop gesteld wordt dat werkneemster ingevolge artikel 8 EVRM recht heeft op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer. Een inbreuk daarop kan echter gerechtvaardigd zijn indien moet worden aangenomen dat B een belangrijke concurrent is van A op het terrein van het huurrecht en het voorts aannemelijk is dat werkneemster in haar hoedanigheid van senior counsel bij het huurrechtteam van A mogelijk op de hoogte raakt van vertrouwelijke informatie die, gewild of ongewild, bij X en daarmee bij B kan belanden. De kantonrechter acht voorts sprake van een verstoorde arbeidsrelatie. Aan werkneemster komt een vergoeding toe van € 10.000.