Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Resink Beheer BV
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 7 december 2010
ECLI:NL:GHARN:2010:BO7429

werknemer/Resink Beheer BV

Beheermaatschappij kan niet worden aangemerkt als werkgever na ontbinding werkmaatschappij. Geen vereenzelviging. Geen kennelijk onredelijk ontslag en onrechtmatige daad

Werknemer was in dienst van Resink Woninginrichting B.V. in de functie van zelfstandig etaleur. Na verkregen toestemming van de CWI heeft Resink Woninginrichting B.V. dit dienstverband opgezegd. De aandeelhouders van Resink Woninginrichting B.V. hebben vervolgens deze rechtspersoon ontbonden. Werknemer is bij brief van het voorgenomen besluit tot ontbinding op de hoogte gebracht. Werknemer stelt zich op het standpunt dat de opzegging kennelijk onredelijk is en heeft in de procedure in eerste aanleg gevorderd dat Resink Beheer zal worden veroordeeld tot betaling van schadevergoeding, primair omdat zij het dienstverband kennelijk onredelijk heeft opgezegd, subsidiair omdat zij jegens werknemer onrechtmatig heeft gehandeld. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Resink Beheer niet als werkgever van werknemer valt aan te merken en heeft de vordering tot betaling van schadevergoeding wegens kennelijk onredelijke opzegging afgewezen. Ook de vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad is afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Gelet op het werkgeverschap van Resink Woninginrichting B.V. dat uit deze vaststaande feiten voortvloeit, had het, nu werknemer zijn vordering primair baseert op het uit vereenzelviging van beide besloten vennootschappen voortvloeiende materiële werkgeverschap van Resink Beheer, op zijn weg gelegen om feiten en omstandigheden aan te voeren waarmee dit materiële werkgeverschap onderbouwd zou kunnen worden. Het enkele feit dat Resink Beheer enig aandeelhouder (maar geen bestuurder) was van Resink Woninginrichting B.V. en dat de laatstgenoemde vennootschap voor haar (voort)bestaan afhankelijk was van de bereidheid van Resink Beheer om de verliezen te dragen én de stelling van werknemer dat Resink Beheer aan de touwtjes trok, is als onderbouwing ontoereikend, zeker nu werknemer nalaat te onderbouwen uit welk feitelijk handelen van (de bestuurders van) Resink Beheer de door werknemer bepleite gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt. Resink Beheer heeft ook niet onrechtmatig jegens werknemer gehandeld.

Volgt bekrachtiging vonnis van de kantonrechter.