Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/HMS Host
Rechtbank Noord-Holland, 7 september 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9131

werknemer/HMS Host

Ontslag op staande voet nietig wegens ontbreken opzet bij frauduleuze handelingen. Heimelijk cameratoezicht

Werknemer is sinds 1973 in dienst van HMS, een horeca-exploitant op Schiphol, in de functie van leidinggevende. Eén dag per week draait hij kassadienst in terminal X. Werknemer heeft een zogenoemde kassiersovereenkomst getekend. Hierin zijn regels omtrent de juiste registratie en afdracht van de kasomzet opgenomen alsmede regels omtrent (heimelijk camera)toezicht. Op 28 juni 2008 is werknemer op staande voet ontslagen wegens het verrichten van frauduleuze handelingen en het handelen in strijd met de kassiersovereenkomst. Na onderzoek met een verborgen camera zou HMS geconstateerd hebben dat werknemer regelmatig geldtransacties 'buiten de kassa om' verrichtte. Werknemer vordert in deze procedure wedertewerkstelling. Volgens hem is geen sprake van fraude, maar hooguit van een 'fout' wegens drukte in de vestiging. Daarnaast voldoet het cameratoezicht niet aan het kenbaarheidsvereiste. Ten slotte wijst werknemer op het feit dat hij reeds 37 jaar naar tevredenheid voor HMS werkt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, is wel degelijk aan het kenbaarheidsvereiste voldaan middels de kassiersovereenkomst. Het kenbaarheidvereiste gaat niet zo ver dat een werknemer voorafgaand aan ieder gepland gebruik van een verborgen camera van dat gebruik op de hoogte moet worden gebracht. Dit zou een onderzoek als het onderhavige – waarbij HMS haar vermoeden dat door enkele van haar medewerkers frauduleuze handelingen worden verricht wenst te toetsen – illusoir maken.

Wat de dringende reden betreft, oordeelt de kantonrechter als volgt. Het niet volledig naleven van de procedure zoals verwoord in de kassiersovereenkomst levert een omstandigheid op die meeweegt bij de beoordeling van het ontslag op staande voet. Voor fraude is evenwel vereist een opzettelijk handelen van de pleger en het oogmerk om economisch voordeel te behalen. Nu blijkens het rapport van Interseco door de onderzoekers telkens werd gezien dat werknemer de door hem ontvangen aankoopbedragen in de kassa heeft gedaan, en niet werd geconstateerd dat werknemer eventuele overschotten uit de kassa heeft weggenomen, is HMS er naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter niet in geslaagd om de gestelde fraude aannemelijk te maken. Vooralsnog lijkt het erop dat HMS haar stellingen baseert op een vermoeden. Dit rechtvaardigt geen ontslag op staande voet. Een vertrouwensbreuk evenmin.