Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Dekamarkt NV
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 2 december 2010
ECLI:NL:RBHAA:2010:BO8991

werkneemster/Dekamarkt NV

Ontslag op staande voet 62-jarige werkneemster wegens het in strijd met het bedrijfsreglement toe-eigenen spaarbelminuten van klanten is rechtsgeldig. Oogmerk van toe-eigening doet niet ter zake

Werkneemster (62 jaar) is op 1 augustus 2001 bij (de rechtsvoorgangster van) Dekamarkt in dienst getreden in de functie van caissière. Op de arbeidsovereenkomst is het Bedrijfsreglement van toepassing, waarin onder meer staat opgenomen dat fraude en/of diefstal leidt tot een ontslag op staande voet. Op 11 oktober 2010 is werkneemster op staande voet ontslagen, omdat zij belminuten, welke gekoppeld waren aan verschillende reclameartikelen, had toegeëigend middels een in haar bezit zijnde moederkaart/sleutelhanger van Deka Mobiel. In totaal ging het om 187 belminuten met een waarde van € 26,70. Werkneemster stelt dat zij steeds toestemming had van de klanten en de belminuten voor een vriendin spaarde, zodat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening ontbreekt. Voorts brengt het geringe bedrag in verhouding tot haar leeftijd en gevolgen van het ontslag met zich dat het ontslag op staande voet niet is gerechtvaardigd. Ten slotte stelt werkneemster zich op het standpunt dat het ontslag niet onverwijld is verleend.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster miskent dat zij met het scannen van de belminuten – al dan niet met toestemming van klanten – eigendommen van Dekamarkt heeft weggenomen terwijl dit uitdrukklijk is verboden in het Bedrijfsreglement. Daarbij komt dat het werknemers eveneens is verboden een moederkaart bij de kassa te dragen. Werkneemster had dus kunnen weten dat haar gedragingen niet door de beugel konden. Dat het in casu om een gering bedrag gaat, doet niet ter zake. De vraag of het zich toe-eigenen gebeurde met het oogmerk zichzelf al dan niet te bevoordelen, is daarbij evenmin van belang. Dekamarkt heeft ter zitting uitvoerig toegelicht dat zij een groot belang heeft bij een strikte naleving van het Bedrijfsreglement. In verband hiermee wijst Dekamarkt haar werknemers regelmatig op de consequenties van overtreding hiervan. Werkneemster heeft, door in strijd met deze regels te handelen, willen en wetens haar arbeidsovereenkomst in de waagschaal gesteld. Het beroep op haar persoonlijke omstandigheden kan werkneemster niet baten, nu naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter het belang van Dekamarkt bij strikte naleving van het verbod op diefstal en fraude zwaarder weegt dan de gevolgen die het ontslag op staande voet heeft voor werkneemster.

Volgt afwijzing vordering wedertewerkstelling werkneemster.