Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Limburg, 29 december 2010
ECLI:NL:RBMAA:2010:BO9519

werkneemster/werkgever

Ontslag op staande voet wegens disfunctioneren zonder voorafgaande waarschuwing is in strijd met goed werkgeverschap. Habe nichts-verweer verworpen wegens aanstelling vervanger en bereidheid kosten te maken in hoger beroep

Werkneemster is sinds 1 juli 2010 in dienst van werkgever, in de functie van kok. Op 28 oktober 2010 is werkneemster op staande voet ontslagen wegens werkweigering en grove belediging van de werkgever. Tijdens de mondeling behandeling heeft de werkgever toegelicht dat in feite sprake is van disfunctioneren. Werkneeemster betwist dat sprake is van werkweigering en stelt zich op het standpunt dat zij vanaf haar indiensttreding heeft aangedrongen op een aantal aanpassingen van de werkomgeving (keukenapparatuur, minder gladde vloer enzovoort), maar dat de werkgever hier geen gehoor aan wilde geven. In het gesprek op 28 oktober 2010 heeft werkgever haar beledigd, waardoor zij niet meer in staat was de bedongen arbeid te verrichten en naar huis is gegaan. Het ontslag op staande voet is volgens haar nietig. In de onderhavige procedure vordert zij loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Omdat de werkgever tot het moment van het ontslag op staande voet nimmer een schriftelijke waarschuwing ter zake van het vermeende disfunctioneren heeft gegeven, heeft hij in strijd met het goed werkgeverschap gehandeld. Het ontslag op staande voet zal derhalve geen stand houden. Over de aangevoerde omstandigheden van werkweigering en beledigingen wordt geen oordeel geveld. De loonvordering van werkneemster wordt toegewezen.

Het zogenoemde 'habe nichts'-verweer van werkgever wordt verworpen, omdat hij een andere werknemer in de plaats van werkneemster heeft aangesteld en bereid is de kosten van een eventueel appel tegen de onderhavige uitspraak te dragen.