Rechtspraak
werknemer/Parket Tree Nederland BV
Bij tussenvonnis 28 juli 2010 is geoordeeld dat Parket Tree werknemer (62 jaar en statutair directeur) onregelmatig heeft opgezegd, daar de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet voorzag in een mogelijkheid van tussentijdse opzegging. Werknemer vordert thans gefixeerde schadevergoeding tot 1 januari 2013. Partijen verschillen evenwel over het te hanteren loonbegrip ex artikel 7:680 BW. Werknemer ontving naast een vast jaarsalaris een aantal (betwiste) percentages van de omzet aan loon en bonus. Voorts twisten partijen over de vraag of sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag.
De rechtbank oordeelt als volgt. Gelet op het forfaitaire karakter van artikel 7:680 BW en op de daarmee samenhangende eenvoud van berekening ligt het naar het oordeel van de rechtbank in de rede om de term 'in geld vastgesteld loon' restrictief te verstaan, zodat bonussen en soortgelijke beloningsbestanddelen, waarvan de hoogte niet eenvoudig is vast te stellen, in beginsel buiten de reikwijdte van dat begrip vallen. In dit geval bestaat er des te minder reden om de bonusuitkering te betrekken bij het loonbegrip, nu volstrekt onduidelijk is op welke bonusuitkering werknemer aanspraak had kunnen maken in het geval hij niet per 1 januari 2009 ontslagen was en hij tot het einde van de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2013 in dienst was gebleven bij Parket Tree. Onder de gegeven omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om, gelet ook op het bepaalde in de artikelen 7:680 lid 2 BW en 7:618 BW, als basis voor de berekening van de aan werknemer toe te kennen vergoeding te nemen het gemiddelde loon dat hij in 2008 ontvangen heeft. Uit de door Parket Tree bij conclusie van antwoord overgelegde salarisspecificaties blijkt dat het gemiddelde salaris afgerond € 2.500 bruto per maand bedraagt, te weten (8 x € 2.630) + (4 x € 2.250) : 12. Aldus kan de aan werknemer toe te kennen gefixeerde schadevergoeding in de zin van artikel 7:680 lid 1 BW worden berekend op 48 maanden maal € 2.500 bruto, derhalve € 120.000 bruto. De bonusregeling had werknemer middels het vorderen van volledige schadevergoeding kunnen vorderen, maar niet bij wijze van deze gefixeerde schadevergoeding.
Met betrekking tot het kennelijk onredelijke ontslag, oordeelt de rechtbank als volgt. Vooropgesteld wordt dat, gelet ook op de aard van de door werknemer vervulde functie, de rechtbank hier een marginale toetsing past met betrekking tot de vraag of er, zoals Parket Tree heeft aangevoerd, sprake was van een vertrouwensbreuk die noopte tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Het enkele feit dat geen passende voorziening voor de werknemer getroffen is, is niet voldoende om aan te nemen dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Werknemer beroept zich onder meer op het gevolgencriterium. De rechtbank overweegt dat werknemer een eigen onderneming voert. Dat hij een hoge leeftijd heeft (62 jaar), maar juist bij Parket Tree inkomenszekerheid heeft bedongen middels een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot zijn 65e levensjaar. Met de veroordeling tot schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging, is in deze inkomenszekerheid voorzien. Er zijn verder geen termen aanwezig het ontslag kennelijk onredelijk te achten.