Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Autoservice Meerssen
Rechtbank Limburg, 29 december 2010
ECLI:NL:RBMAA:2010:BP0925

werknemer/Autoservice Meerssen

Ontbindingsverzoek werknemer dient in beginsel gehonoreerd te worden op grond van het grondrecht op vrije keuze van arbeid

Werkneemster (42 jaar) is sinds 1 december 2008 in dienst van Autoservice, in de functie van baliemedewerkster. Vanaf 22 februari 2010 is werkneemster arbeidsongeschikt wegens ziekte. Thans verzoekt zij ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat de directeur van Autoservice werkneemster onheus zou hebben bejegend, werkneemster bij haar familie zou hebben 'zwart gemaakt' en zich 'zeer dreigend en negatief' zou hebben uitgelaten jegens haar. Wegens dit ernstig verwijtbare gedrag acht werkneemster ontbinding met C=3 passend.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gedaan door de werknemer. Bijgevolg is irrelevant dat voor de werkgever in de huidige situatie een bijzonder opzegverbod zou gelden. Als een werknemer om ontbinding verzoekt, moet dit verzoek in beginsel gehonoreerd worden, omdat er sprake is van een (grond)recht van vrije arbeidskeuze. Dat de verstoring van de arbeidsrelatie in overwegende mate te verwijten valt aan (de directeur van) Autoservice is echter onvoldoende gebleken en onvoldoende aannemelijk gemaakt. Er is nimmer aangifte gedaan bij de politie wegens bedreiging. Bij de bedrijfsarts heeft werkneemster nimmer aangegeven dat er spanningen waren tussen haar en de directeur. Derhalve is er geen billijkheidsgrond tot het toekennen van een vergoeding.