Rechtspraak
werknemer/Rosaflor BV
Werknemer (40 jaar) is 1 maart 1993 in dienst getreden bij Rosaflor als productiemedewerker. Met toestemming van het UWV WERKbedrijf is de arbeidsovereenkomst per 31 maart 2010 opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen. Werknemer vordert thans schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. In het bijzonder verwijt werknemer dat Rosaflor hem geen (vorm van) outplacement noch een vergoeding heeft aangeboden. Onder verwijzing naar diverse vacatures stelt Rosaflor zich op het standpunt dat de arbeidsmarktpositie van werknemer niet slecht te noemen is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De bedrijfseconomische noodzaak is voldoende aangetoond, zodat sprake moet zijn van bijkomende omstandigheden om het ontslag kennelijk onredelijk te achten. De door werknemer gestelde slechte arbeidsmarktpositie is door Rosafelt voldoende weerlegd, hetgeen ook bevestiging vindt in het feit dat werknemer reeds ander werk heeft. Dat het vinden van een passende baan moeilijk verliep/verloopt vanwege de slechte beheersing van de Nederlandse taal, kan niet aan Rosaflor worden verweten. Het enkele feit dat werknemer 17 jaar voor Rosaflor heeft gewerkt is evenmin voldoende om te oordelen dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag.
Volgt afwijzing van de vordering.