Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Koele Interieurbouw BV
Rechtbank Gelderland, 12 januari 2011

werknemer/Koele Interieurbouw BV

Bedrijfseconomisch ontslag zonder toekenning vergoeding of outplacement is niet kennelijk onredelijk vanwege de gunstige arbeidsmarktpositie van werknemer

Werknemer is tot 9 februari 2010 in dienst geweest van Koele Interieurbouw als chef werkplaats. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van het UWV WERKbedrijf wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Thans vordert hij schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer beroept zich op zijn zijns inziens zeer geringe kansen op de arbeidsmarkt. Daartegenover heeft Koele Interieurbouw evenwel aangevoerd dat werknemer valt aan te merken als een vakman met zeer ruime ervaring, ook laatstelijk als meewerkend voorman. Daarom viel ten tijde van het ontslag op voorhand niet aan te nemen dat werknemers kansen op de arbeidsmarkt slecht zouden zijn. Voor zover werknemer zich erop beroept dat sollicitatiepogingen niet succesvol zijn gebleken, is deze stelling onvoldoende onderbouwd, waartegenover Koele Interieurbouw heeft gewezen op vacatures voor de functie van timmerman. Integendeel: aannemelijk is dat werknemer al voor het ontslag voornemens was bij zijn schoonzoon in diens bedrijf te gaan werken, hetgeen hij feitelijk ook heeft gedaan. Om die reden valt ook niet in te zien waarom van Koele Interieurbouw verwacht had moeten worden dat hij aan werknemer scholing dan wel outplacement zou hebben behoren aan te bieden. Het enkele feit dat werknemer na het ontslag geconfronteerd wordt met een inkomensachteruitgang die niet (gedeeltelijk) wordt gecompenseerd met een voorziening, maakt het ontslag nog niet kennelijk onredelijk.