Bestuurder van Declamed/werknemer

Declamed heeft werknemer op 1 oktober 2002 ontslag aangezegd zonder over een ontslagvergunning te beschikken. Vanaf die datum is Declamed opgehouden aan werknemer salaris te betalen. Werknemer heeft zich genoodzaakt gezien met behulp van de FNV een procedure bij de kantonrechter aanhangig te maken. Die procedure heeft geresulteerd in een vaststellingsovereenkomst, waarbij Declamed zich verplichtte tot betaling van € 11.500 aan achterstallig salaris 'e.a.'. De arbeidsovereenkomst is per 1 januari 2003 ontbonden. Thans stelt Declamed zich op het standpunt dat zij dit bedrag niet verschuldigd is, omdat de vaststellingsovereenkomst onder bedrog of dwaling tot stand is gekomen. Volgens Declamed heeft werknemer tijdens de onderhandelingen verzwegen dat hij een eigen bedrijf aan het opzetten was.

Het hof oordeelt als volgt. Het moet ervoor worden gehouden dat werknemer en Declamed door de vaststellingsovereenkomst uitsluitend een einde hebben willen maken aan de discussie over het achterstallige loon. Niet is gesteld of gebleken dat de activiteiten die werknemer worden verweten (eigen onderneming oprichten) op zichzelf aan die loonaanspraken hebben kunnen afdoen. Ook voor het overige heeft Declamed onvoldoende onderbouwd dat, waarom en in hoeverre Declamed met het overeengekomen bedrag niet zou hebben ingestemd indien Declamed indertijd op de hoogte was geweest van de omstandigheid dat werknemer tijdens zijn dienstverband al voor zijn nieuwe bedrijf werkzaam was. Gelet op al het voorgaande, en gelet voorts op het feit dat in geval van een vaststellingsovereenkomst in beginsel geen beroep op dwaling mogelijk is ter zake van hetgeen waarover werd getwist en onzekerheid bestond, moet de conclusie luiden dat geen redelijk denkend en redelijk handelend bestuurder in de positie van bestuurder onder de gegeven omstandigheden op grond van een veronderstelde dwaling zou hebben besloten de vaststellingsovereenkomst niet na te komen.