Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam, 11 maart 2011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BP7454
Raad van commissarissen Organon Bio. c.s./Merck : Co. Inc. c.s.
Merck Inc. is een wereldwijd opererend farmaceutisch bedrijf. Op 8 juli 2010 heeft Merck Inc. een nieuwe netwerkstrategie bekendgemaakt. Onderdeel van die nieuwe strategie is een vermindering van het aantal researchafdelingen. Organon Biosciences is een dochteronderneming van Merck Inc. Organon is een dochteronderneming van Organon Biosciences. De nieuwe netwerkstrategie betekent voor Organon dat zij niet langer researchwerk voor het Merck-concern kan verrichten waardoor de betreffende afdeling Merck Research Laboratories Oss/Schaijk (MRL), mogelijk gesloten zou moeten worden. Hierdoor loopt de werkgelegenheid van ongeveer 1100 werknemers gevaar. Op 1 september 2010 is een overeenkomst (hierna: de Overeenkomst) tot stand gekomen tussen Merck Inc., Organon en Organon Biosciences enerzijds en de raad van commissarissen, de ondernemingsraad en vakbonden anderzijds. Op grond van deze overeenkomst is er een Advisory Body tot stand gekomen die onder meer heeft onderzocht of er alternatieven zijn voor het voorgenomen besluit van Merck. Er heeft zich een potentiƫle koper aangediend. De voorstellen van deze koper zijn echter door Merck afgewezen. Eisers (RvC, OR en vakbonden) stellen dat Merck c.s. in strijd handelt met de Overeenkomst door zonder haar vooraf advies te hebben gevraagd het bod van partij X definitief af te wijzen. Het inhoudelijke geschil tussen partijen betreft naar de kern genomen de vraag of de Overeenkomst is nagekomen. Eisers (RvC, OR en vakbonden) stellen dat dit niet het geval is en vorderen dat Merck c.s. wordt veroordeeld daartoe alsnog over te gaan. Daarbij vragen zij tevens veroordeling van Merck c.s. tot datgene wat naar hun mening noodzakelijkerwijs uit nakoming van de Overeenkomst voortvloeit, te weten het alsnog sluiten van een overeenkomst met partij X, subsidiair het voortzetten van onderhandelingen met die partij.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Uit de bewoordingen van artikel 1b van de Overeenkomst, mede gezien tegen de achtergrond van de aanleiding voor het sluiten daarvan, moet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter worden afgeleid dat de rol van eisers een adviserende was. Dit blijkt ook duidelijk uit het bij de Overeenkomst oprichten van een 'Advisory Body'. Dat onder artikel 1b van de Overeenkomst een aantal belangen is genoemd ('different intrests of all stakeholders') die bij de selectie van kandidaten en bij de waardering van hun voorstellen een rol zouden spelen, kan niet betekenen dat Merck c.s. afstand deed van haar vrijheid de uiteindelijke beslissing te nemen. Wel kan uit de bewoordingen van artikel 1e naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter worden afgeleid dat de rol van de Advisory Body zodanig is vormgegeven dat (ook) het niet-instemmen van Merck of Organon met een voorgestelde transactie pas kon plaatsvinden nadat het voornemen daartoe met de Advisory Body was besproken en zij daarover had kunnen adviseren. Vast staat dat Merck Inc. nadat zij had besloten het 'final offer' van partij X van 11 februari 2011 en ook het daarna nog ontvangen nader aangepast bod van 14 februari 2011 af te wijzen, dit aan partij X en andere betrokkenen is meegedeeld zonder dat de Advisory Body daarover had kunnen adviseren. Derhalve is de Overeenkomst op dit onderdeel niet nagekomen. De vordering van eisers tot nakoming van de overeenkomst kan dus worden toegewezen in die zin dat Merck c.s. wordt veroordeeld alsnog haar voorgenomen besluit aan de Advisory Body voor te leggen. De vordering van eisers inhoudende dat het bod van partij X moet worden aanvaard zal worden afgewezen. De voorzieningenrechter komt vooralsnog tot het oordeel dat er op dit moment onvoldoende gronden zijn om aan te nemen dat de rechter in een bodemprocedure tot het oordeel zal komen dat de onderhandelingen niet 'in good faith' zijn gevoerd. Gelet op het voorgaande kan de vordering tot veroordeling van Merck c.s. om de Overeenkomst na te komen in die zin dat zij de onderhandelingen met partij X dient voort te zetten niet worden toegewezen.