Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werknemer (53 jaar) is sinds 1973 (ruim 37 jaar) in dienst van werkgever, een familiebedrijf in staalbouw. Als gevolg van beperkingen is hij niet volledig inzetbaar. Naast salaris ontvangt hij een WIA-uitkering vanwege die beperkingen. Als gevolg van de crisis en de daardoor noodzakelijke uitbesteding van taken, is volgens werkgever de functie van werknemer goeddeels komen te vervallen. Werkgever verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer voert verweer en beroept zich onder meer op de toezegging van de vader van de directeuren dat hij nooit weg zou hoeven, alsmede op het feit dat de gevolgen voor hem te ingrijpend zouden zijn bij ontslag.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is (cijfermatig) sprake van een bedrijfseconomische noodzaak. Desalniettemin zal het ontbindingsverzoek worden afgewezen. Voor die beslissing is in het bijzonder redengevend dat aannemelijk is geworden dat een eventueel verlies van baan voor werknemer tot gevolg zal hebben dat hij met zijn fysieke beperkingen, zijn leeftijd en zijn eenzijdige arbeidsverleden nooit meer aan het werk zal komen bij een andere baas. Voorzienbaar is dat hij na de uitkeringsperiode geheel of gedeeltelijk op een uitkering op bijstandsniveau zal worden teruggeworpen. Hij heeft, naar de kantonrechter begrepen meent te hebben, een eigen woning met overwaarde en zal die overwaarde eerst grotendeels moeten 'opeten' voordat hij aanspraak op bijstand kan maken. Bij de beslissing speelt ook mee dat werkgever een relatief groot bedrijf is met meer dan vijftig werknemers. De beslissing van de directie en (tevens) aandeelhouders om achttien en juist deze achttien werknemers, onder wie werknemer, te laten afvloeien, minder dan het aantal waarvoor de toestemming van het UWV WERKbedrijf nodig is, is niet getoetst door een ondernemingsraad. Op de totale jaarlijkse loonsom van het bedrijf is de grofweg € 18.000 tot € 20.000 van werknemer voorts een betrekkelijk geringe. Daarbij speelt mede een rol dat de aandeelhouders in 2008 en 2009 riante dividenduitkeringen hebben gedaan van enkele miljoenen. De toezegging van de vader van de directeuren, thans aandeelhouder, speelt tevens een rol.