Rechtspraak
Rechtbank Limburg, 25 maart 2011
ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ0940
werknemer/Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs
Werknemer was vanaf 1 augustus 1998 tot 1 augustus 2010 werkzaam als docent geschiedenis en docent speciale taken bij LVO. Per laatstgenoemde datum is de arbeidsovereenkomst ontbonden onder toekenning van een vergoeding aan werknemer van iets meer dan € 30.000. Thans verzoekt werknemer de kantonrechter op grond van artikel 72a WW LVO te verplichten tot de organisatie van een re-integratietraject ten behoeve van werknemer of om financiële middelen ter beschikking te stellen aan werknemer om een dergelijk traject te organiseren en om LVO te veroordelen in de proceskosten, inclusief de vergoeding van de materiële en immateriële schade van werknemer (inkomstenderving door de verlenging van de duur van de WW).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Sinds 1 juli 2005 zijn overheidswerkgevers, als gevolg van een wijziging van artikel 72a WW wettelijk verantwoordelijk voor de re-integratie van werkloze ex-werknemers. De overheidswerkgever heeft de wettelijke taak om de re-integratie te verzorgen van de ex-werknemer. De werknemer is op zijn beurt verplicht om mee te werken aan de re-integratieondersteuning van zijn ex-werkgever. De overheidswerknemer die na 1 juli 2005 werkloos is geworden, heeft recht op re-integratie van de ex-werkgever. De ex-werkgever heeft een verplichte re-integratieverantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit de WW en het Besluit SUWI. De wijze waarop de re-integratie dient plaats te vinden, wordt niet in deze wetten geregeld. De kantonrechter dient derhalve te beoordelen of LVO voldoende heeft gedaan in het kader van de verplichting voortvloeiende uit artikel 72a WW om werknemer te re-integreren. Uit de nadere stukken is de kantonrechter gebleken dat een groot aantal scholen in Limburg onder het bestuur van LVO vallen. Dit betekent voor werknemer in ieder geval een behoorlijke beperking qua arbeidsplaatsen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt in Limburg, indien LVO werknemer niet in dienst neemt. Voorts ziet de re-integratieverplichting uit artikel 72a WW op de periode gelegen nadat de werknemer zijn baan is kwijtgeraakt, het betreft namelijk de ex-werknemer c.q. ex-werkgever. De voorstellen die LVO aanvoert als door haar gedaan om werknemer te begeleiden naar een andere baan kunnen niet geplaatst worden in het kader van artikel 72a WW nu deze zijn gelegen in de periode dat werknemer nog bij LVO in dienst was. Nadien heeft LVO geen initiatieven of voorstellen meer gedaan, sterker nog zij heeft waar kon duidelijk gemaakt niets meer met werknemer te maken te willen hebben. De kantonrechter is van oordeel dat LVO op grond van artikel 72a WW verplicht is tot bevordering van het opnieuw inschakelen in de arbeid van werknemer. Dit klemt temeer nu LVO het werkgebied van werknemer – om haar moverende redenen – ernstig heeft beperkt en veel scholen in de directe omgeving niet in aanmerking komen om daar zijn werkzaamheden aan te bieden c.q. uit te voeren. De kantonrechter overweegt dat hij in de gegeven omstandigheden wel een noodzaak aanwezig acht om werknemer te re-integreren en LVO de verplichting heeft hierin te voorzien. De cursus Oriëntatie op de Arbeidsmarkt en een cursus Docent Maatschappijleer zoals door werknemer aangevoerd acht de kantonrechter in het kader van de verplichting die voortvloeit uit artikel 72a WW in zijn geval noodzakelijk om te kunnen re-integreren.