Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Mondriaan
Rechtbank Limburg, 7 april 2011
ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ1595

werkneemster/Stichting Mondriaan

Non-actiefstelling in strijd met goed werkgeverschap

Werkneemster is sinds 2008 in dienst van Stichting Mondriaan, in de functie van teamlid ten behoeve van de Divisie Kinderen en Jeugdigen. Werkneemster is op 6 december 2010 door Mondriaan zonder opgaaf van redenen op non-actief gesteld en Mondriaan heeft haar sindsdien de toegang tot haar werkplek geweigerd. In diverse gesprekken in december blijft de reden van de non-actiefstelling onduidelijk. Bij brief van 24 januari 2011 volgt een inhoudelijke reactie van Mondriaan. Zij twijfelt aan werkneemsters kwaliteiten mede vanwege het feit dat er loonbeslagen zijn gelegd. Aanvankelijk heeft Mondriaan intern bericht dat werkneemster zal worden ontslagen. Later is werkneemster aangeboden op een andere locatie werkzaam te zijn. Thans vordert werkneemster wedertewerkstelling.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ter zitting wordt door Mondriaan gesteld dat enkele teamleden van de groep, waar werkneemster deel van uitmaakt, werkneemster verwijten niet te functioneren, met name naar aanleiding van door haar vertelde voorvallen en/of gebeurtenissen in haar privésfeer, welke verhalen voor wat betreft het gedrag van werkneemster grote vraagtekens bij Mondriaan hebben opgeroepen, waardoor zij kennelijk alle vertrouwen in werkneemster heeft verloren, terwijl echter geen enkele schriftelijke ondertekende verklaring van een en/of meerdere van die teamleden is overgelegd. Het door Mondraan bedoelde 'disfunctioneren' is daardoor niet verifieerbaar en onvoldoende aannemelijk gemaakt. Verder is ten processe niet aannemelijk gemaakt dat Mondriaan gepoogd heeft signalen van teamleden van werkneemster, aangaande de aan het adres van werkneemster gemaakte verwijten, te onderzoeken. Evenmin geeft Mondriaan aan op welke manier zij de gesignaleerde problemen binnen het team waar werkneemster werkzaam is had willen oplossen, althans welke pogingen daartoe door haar zijn ondernomen. Frapperend daarbij is dat Mondriaan kennelijk nog zoveel vertrouwen in haar heeft dat zij haar een vergelijkbare functie in Heerlen aanbiedt, waarbij zij betoogt dat dit geen wijziging van de functie van werkneemster inhoudt. De non-actiefstelling had derhalve niet mogen plaatsvinden. De vordering van werkneemster wordt toegewezen.