Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Verkeersschool Boensma
Rechtbank Overijssel, 19 april 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BQ4151

werknemer/Verkeersschool Boensma

Het ontbreken van een dringende reden bij het ontslag op staande voet van een rijinstructeur, leidt niet tot een reguliere doch onregelmatige opzegging, maar tot instandhouding van de arbeidsovereenkomst

Werknemer is sinds 1 december 2007 in dienst van Verkeersschool Boensma in de functie van rijinstructeur. Op 24 december 2010 heeft werknemer de eerste les van die dag afgezegd wegens slechte weersomstandigheden. Boensma heeft werknemer vervolgens op staande voet ontslagen, omdat werknemer in strijd met de regels zonder overleg met Boensma de eerste afspraak heeft afgezegd en nadien weigerde naar Boensma te komen. Partijen zijn verdeeld over de vraag of sprake is van een rechtsgeldig ontslag (op staande voet) en wat daarvan de gevolgen dienen te zijn.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is geen sprake van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. De weersomstandigheden waren dusdanig uitzonderlijk, dat de werkweigering waarschijnlijk geen ontslag op staande voet rechtvaardigt. Nu het ontslag op staande voet geen stand houdt, moet ervan worden uitgegaan dat de arbeidsovereenkomst in stand is gebleven, zodat de loonvordering van werknemer kan worden toegewezen.

Hoewel Boensma zonder toestemming van het UWV WERKbedrijf een werknemer met inachtneming van de opzegtermijn kan opzeggen (BBA is niet van toepassing), doet dat aan het voorgaande niet af. Een niet geldig ontslag op staande voet, kan niet worden aangemerkt als een gewone opzegging.