werkneemster/werkgever

Een vrouwelijke, 45-jarige, Russische softwareontwikkelaar werd in 2006 afgewezen voor een functie waarvoor zij zich geschikt achtte, volgens haar op grond van haar geslacht en/of leeftijd en/of nationaliteit. Zij stelde een vordering tot schadevergoeding in. Haar vordering werd in twee instanties afgewezen, waarop zij in beroep ging bij het hoogste Duitse college voor arbeidszaken, het BAG.

Dit college deelde het oordeel van de lagere rechters dat eiseres onvoldoende feiten aannemelijk had gemaakt om een vermoeden van ongelijke behandeling te vestigen. Echter, eiseres had gesteld dat zij recht had op gegevens over degene die de baan had gekregen, zonder welke gegevens het voor haar moeilijk was een vermoeden van ongelijke behandeling te vestigen. Duits recht kent geen recht op dergelijke gegevens, maar het BAG weet niet zeker of dat zich met het Europese recht verdraagt. Het stelt daarom prejudiciële vragen aan het HvJ EU.