Rechtspraak
werknemer/X
Werknemer is vanaf eind 2009 werkzaam bij het Mexicaanse restaurant Chicano's. Chicano's wordt geƫxploiteerd door Sabbaf, waarvan Fernandez de eigenaar is en uit dien hoofde werknemer kent. Tussen Sabbaf en X wordt personeel uitgewisseld in tijden van personeelskrapte. Werknemer treedt daarom in dienst van X. Fernandez heeft de arbeidsovereenkomst met werknemer namens X ondertekend. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van twee maanden opgenomen, wat gelet op de Horeca-cao is toegestaan. Partijen verschillen van mening over de vraag of werknemer vanaf 1 april 2010 dan wel vanaf 1 juni 2010 in dienst is getreden van X. Werknemer verrichtte bij X vrijwel dezelfde (bedienings)werkzaamheden als bij Chicano's. Werknemer wordt tijdens de proeftijd bij X ontslagen. Werknemer betwist de geldigheid van het ontslag. Hij stelt dat een tweede proeftijd niet mag worden aangegaan en vordert loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de door partijen gepresenteerde feiten en omstandigheden kan niet voorshands worden aangenomen dat werknemer reeds vanaf 1 april 2010 bij X in dienst moet zijn geweest. Een nadere vaststelling van de feiten, bijvoorbeeld in het kader van een bewijsopdracht, is daartoe noodzakelijk. Onderhavige procedure leent zich daar niet voor. Gelet op bovenstaande omstandigheden acht de kantonrechter het aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat er sprake is van een verboden tweede proeftijd. X moet in deze kwestie als opvolgend werkgever van Sabbaf worden beschouwd, gelet op de samenwerking tussen beide vennootschappen ten aanzien van personeelsuitwisseling en gelet op het feit dat er tussen beide vennootschappen in de persoon van Fernandez zodanige banden bestaan dat de door Sabbaf verworven inzichten in de vaardigheden van werknemer moeten worden toegerekend aan X (vgl. HR 24 oktober 1986, LJN AC9537). Volgt toewijzing van de loonvordering.