Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/B
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 7 juni 2011

werknemer/B

Concurrentiebeding blijft geldig bij voortzetting arbeidsovereenkomst, tenzij sprake is van zwaarderdrukkencriterium

Werknemer is op 1 juli 2008 in dienst getreden van B in de functie van commercieel-technisch adviseur binnendienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In artikel 8 van deze arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Op 15 december 2008 zijn partijen een aanvullende overeenkomst aangegaan, waarin de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt gewijzigd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaald tijd per 1 januari 2009. Tevens is de periodieke loonsverhoging overeengekomen. Op 16 augustus 2010 heeft werknemer B verzocht hem te ontslaan van het concurrentiebeding omdat hij voornemens is bij een concurrent in dienst te treden. B heeft uiteindelijk werknemer op non-actief gesteld en ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht (ontbinding per 1 februari 2011 met € 15.000 vergoeding is inmiddels toegewezen). De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 januari 2009 voortgezet met inbegrip van het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding heeft haar gelding behouden en behoeft niet opnieuw schriftelijk te worden overeengekomen. Evenmin behoefde deze op 15 december 2008 te worden bijgevoegd bij ondertekening van de schriftelijke aanvulling op de arbeidsovereenkomst. Dat werknemer per 1 januari 2009 een (periodieke) salarisverhoging heeft ontvangen, maakt het voorgaande niet anders. Niet is gebleken dat bij de voortzetting van de arbeidsovereenkomst sprake is van een ingrijpende wijziging van de arbeidsovereenkomst, waardoor het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken.

Wel acht het hof termen aanwezig het concurrentiebeding te schorsen. B heeft immers de arbeidsovereenkomst laten ontbinden, waardoor werknemer (52 jaar) momenteel moet terugvallen op de WW en in een slechte arbeidsmarktpositie verkeert. Het relatiebeding wordt niet geschorst. Nu de vordering tot schorsing van het concurrentiebeding is toegewezen, heeft werknemer geen belang meer bij een billijke vergoeding ex artikel 7:653 lid 4 BW.