Naar boven ↑

Rechtspraak

Zomer/Advanced Bionics Europe
Rechtbank Amsterdam, 10 juni 2011

Zomer/Advanced Bionics Europe

Geslaagd beroep door werknemer op dwaling ten aanzien van diens opzeggingshandeling, nadat werkgever een beroep doet op het concurrentiebeding

Zomer, thans 56 jaar oud, is per 1 januari 2002 in dienst van Advanced Bionics, laatstelijk als area director. Bionics ontwikkelt en verkoopt implanteerbare hoortoestellen. De schriftelijke arbeidsovereenkomst van Zomer kent een concurrentiebeding, een relatiebeding en een zogenoemd non-solicitbeding, alle met een looptijd van een jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst. Op 22 februari 2011 heeft Zomer de arbeidsovereenkomst opgezegd teneinde in dienst te kunnen treden bij MED-EL, een concurrent van Bionics. Bij brief van 24 februari 2011 heeft Bionics de ontvangst van de opzegging bevestigd, en daarbij medegedeeld dat dit betekent dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigt per 1 april 2011 en dat Zomer aan zijn verplichtingen uit het concurrentiebeding zal worden gehouden. Bij brief van 25 februari 2011 trekt Zomer de opzegging per direct in. Bionics heeft de intrekking niet aanvaard en per 1 april 2011 de loondoorbetaling stopgezet. Zomer vordert wedertewerkstelling en doorbetaling van loon. Voorts vordert Zomer een verklaring dat tussen partijen geen concurrentie- en relatiebeding van kracht is, subsidiair schorsing/matiging van deze bedingen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet in geschil is dat Zomer op verzoek van Bionics zijn aanvankelijk mondelinge opzegging op schrift heeft gesteld en dat Bionics pas na ontvangst daarvan Zomer heeft medegedeeld dat hij aan het concurrentiebeding zal worden gehouden. De kantonrechter overweegt dat voor Bionics duidelijk moet zijn geweest dat Zomer niet zou hebben opgezegd indien het hem duidelijk was dat het (praktisch) onmogelijk zou zijn voor hem om bij MED-EL in dienst te treden. Bij acceptatie van de opzegging wist Bionics derhalve dat Zomer had gedwaald ten aanzien van een wezenlijke omstandigheid en zij hem daaromtrent had behoren in te lichten. Gelet op het voorgaande is voldoende aannemelijk dat in een (eventuele) bodemprocedure een beroep op dwaling zal slagen, wat betekent dat de vorderingen tot doorbetaling en wedertewerkstelling toewijsbaar zijn. De kantonrechter is evenzeer van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat Zomer gelet op de aard van zijn functie groot belang heeft bij het kunnen bijhouden van zijn kennis en contacten. Niettemin overweegt de kantonrechter dat Zomer onvoldoende spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen betreffende het concurrentie- en relatiebeding.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 10-06-2011
  • Roepnaam: Zomer/Advanced Bionics Europe
  • Zaaknummer: KK 11-303
  • Nummer: AR-2011-0518
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: opzegging, dwaling en concurrentiebeding