Connexxion/werknemer

Werknemer is sinds 29 juli 1992 in dienst van Connexxion, laatstelijk in de functie van chauffeur. Op 1 februari 2010 heeft Connexxion werknemer bericht dat zijn chauffeurspas verlengd dient te worden. Werknemer is enige jaren onder behandeling bij een oogarts, wat voor de keuringsarts reden is voor nader onderzoek naar de geschiktheid van werknemer. Werknemer heeft vanaf mei 2009 vervangende werkzaamheden verricht. Omdat werknemer ongeoorloofd afwezig was, is de loondoorbetaling gestopt. Uiteindelijk stelt de keuringsarts vast dat werknemer niet langer geschikt is voor de functie van taxichauffeur. Thans vordert Connexxion ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Centraal in deze zaak staat de verlenging van de chauffeurspas van werknemer. Op eigen initiatief en zonder Connexxion daarvan op de hoogte te stellen, heeft werknemer een tweede keuring aangevraagd en ondergaan bij een andere keuringsarts. De kantonrechter is van oordeel dat werknemer niet gerechtvaardigd op die geschiktverklaring door de tweede keuringsarts mocht vertrouwen, omdat deze keuringsarts niet van de oogproblemen op de hoogte is gesteld. Niet gezegd kan worden dat de door Connexxion aangeboden vervangende werkzaamheden voor werknemer niet passend waren. Voorts heeft werknemer de stelling van Connexxion niet weersproken dat de vervangende werkzaamheden telkens moesten worden afgebroken omdat werknemer deze werkzaamheden niet naar behoren verrichtte. Gebleken is dat Connexxion werknemer diverse malen gewezen heeft op het feit dat hij afspraken niet nakwam en dat hij ongeoorloofd afwezig was. Er was voor Connexxion voldoende grond de loondoorbetaling te stoppen. De arbeidsverhouding tussen partijen is zodanig verstoord dat voortzetting daarvan niet meer tot de mogelijkheden behoort.

Ten aanzien van de vergoeding oordeelt de kantonrechter dat de feiten en omstandigheden die aanleiding zijn om tot ontbinding over te gaan, in beginsel in de risicosfeer van werknemer liggen. Daar staat tegenover dat werknemer gedurende een groot aantal jaren goed heeft gefunctioneerd en het op de weg van Connexxion had gelegen om, nadat was gebleken dat werknemer ongeschikt werd geacht, te onderzoeken of er mogelijkheden bestaan voor werknemer om in dienst te blijven voor het verrichten van andere werkzaamheden dan chauffeurswerkzaamheden. De kantonrechter acht een vergoeding met C=0,5 billijk.