Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/curator Rechtspraktijk X
Rechtbank Overijssel, 30 augustus 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BR6386

werkneemster/curator Rechtspraktijk X

Na faillissement en verkoop van de activa is niet uit te sluiten dat onderneming op korte termijn wordt ontbonden. Rechten uit relatiebeding zijn niet overgegaan op kopers activa vanwege ontbreken contractuele verhouding met werkneemster. Onbillijke benadeling bij handhaving relatiebeding

Werkneemster is sinds 2005 als letselschadecorrespondente werkzaam bij Rechtspraktijk X. Sinds 2008 werkt ze in een nevenvestiging van Rechtspraktijk X in Deventer. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. Nadat Rechtspraktijk X in staat van faillissement is verklaard, wordt de arbeidsovereenkomst door de curator opgezegd. De activa worden verkocht. Werkneemster wordt niet in de gelegenheid gesteld bij de kopende partij in dienst te treden. Ze start met een andere voormalige werknemer van Rechtspraktijk X een maatschap met het doel een letselschadepraktijk te beginnen. De praktijk zal gevestigd worden in het pand in Deventer waar voorheen de nevenvestiging van Rechtspraktijk X gevestigd was. Thans vordert werkneemster schorsing van het relatiebeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het standpunt van de curator dat erop neerkomt dat in kort geding geen schorsing van de werking van een relatiebeding kan worden gevorderd, wordt niet gedeeld. Tevens heeft werkneemster een spoedeisend belang. Ze wil een letselschadepraktijk beginnen en onderhandelingen over het relatiebeding hebben geen resultaat gehad.

Waarschijnlijk wordt Rechtspraktijk X op korte termijn ontbonden (artikel 2:19 lid 1 sub c BW), nu de doorstart is gerealiseerd en de curator geen bedrijfsdebiet meer beheert. Niet is in te zien welk belang de curator nu nog heeft bij handhaving van het relatiebeding. Het feit dat hij met de kopers van de activa daarover een afspraak heeft gemaakt die inhoudt dat hij zich zal inspannen het relatiebeding te handhaven, doet daaraan niet af. In feite komt deze afspraak erop neer dat de kopers indirect zich op handhaving van het relatiebeding beroepen, terwijl er geen contractuele verhouding bestaat tussen de kopers en werkneemster. Een dergelijke gang van zaken is in strijd met het beginsel dat alleen de werkgever een beroep kan doen op een met zijn werknemer overeengekomen relatiebeding. Ingevolge artikel 7:661 lid 1 BW zijn de artikelen 7:663 BW e.v. niet van toepassing. De rechten voortvloeiende uit het relatiebeding zijn derhalve niet van de curator/Rechtspraktijk X overgegaan op de kopers van de activa. Werkneemster wordt door de gevolgen van het relatiebeding onbillijk benadeeld. Volgt schorsing van het relatiebeding.