Rechtspraak
werknemer/werkgever
X, golfprofessional, verzorgt sinds 2005 golflessen voor Y, een golfvereniging. Per brief van 24 januari 2005 is X bevestigd dat hij als zelfstandig golfprofessional lessen zal verzorgen en zal deelnemen aan wedstrijden. Daarbij is afgesproken dat X maandelijks facturen stuurt aan Y voor de door hem verrichte werkzaamheden en dat X voor lessen aan individuele leden rechtstreeks een vergoeding krijgt. Y heeft bij brief d.d. 18 oktober 2010 de samenwerking per 31 december 2010 beëindigd, omdat X niet meer beschikbaar was voor de jeugd- en competitielessen en de winterwedstrijd op zondag. X heeft laten weten dat hij niet met beëindiging instemt en heeft zich beschikbaar gehouden om zijn werkzaamheden te verrichten. Kern van het geschil is of sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor de beantwoording van de vraag of tussen partijen al dan niet een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, is van doorslaggevende betekenis hetgeen partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij vervolgens feitelijk aan de overeenkomst uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven. Blijkens de brief van 24 januari 2005 hebben partijen geen arbeidsovereenkomst beoogd. De door Y verschuldigde tegenprestatie wijkt blijkens die brief en de wijze waarop partijen vervolgens feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst zodanig af van hetgeen bij een arbeidsovereenkomst gebruikelijk is, dat die tegenprestatie niet als loon, passend bij een arbeidsovereenkomst kan worden aangemerkt. Van een zodanige gezagsverhouding, dat desondanks van een arbeidsovereenkomst moet worden gesproken, is evenmin sprake. X had inspraak bij het opstellen van de trainingsschema’s en wedstrijden. Voor het overige was hij vrij zijn activiteiten en uren naar eigen inzicht in te delen. Ten aanzien van de gezagsverhouding wordt voorts in aanmerking genomen dat onvoldoende is gebleken dat Y toezicht had op dan wel een instructiebevoegdheid toekwam over de wijze waarop de werkzaamheden inhoudelijk door X werden uitgevoerd. De rechtsverhouding tussen partijen kan derhalve niet als een arbeidsovereenkomst worden gekwalificeerd. Volgt afwijzing van de vorderingen van X.