Rechtspraak
Stichting Thedinghsweert/werknemerRechtbank Gelderland, 5 september 2011
Stichting Thedinghsweert/werknemer
Werknemer is sinds 2002 in dienst van de Stichting Thedinghsweert (hierna: Thedinghsweert). Hij bewoont met zijn gezin een dienstwoning op het terrein van Thedinghsweert. Aanvankelijk vervulde werknemer de functie van werkbegeleider. Van januari 2003 tot maart 2007 heeft hij gewerkt in de functie van coördinator. Ook toen hij in 2007 weer werd teruggezet naar zijn oude functie bleef werknemer op verzoek van Thedinghsweert coördinatietaken verrichten, totdat een nieuwe coördinator was aangetrokken. In 2010 heeft de directie van Thedinghsweert op de bedrijfscomputer die voor iedereen toegankelijk is een stuk aangetroffen van werknemer waarin hij schrijft dat in loondienst werken niet is wat past bij zijn levenshouding en overtuiging. Tevens wordt kritiek geuit op de directrice. Nadien heeft werknemer zijn excuses aangeboden. Thans verzoekt Thedinghsweert ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens structureel disfunctioneren.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat Thedinghsweert werknemer als coördinator heeft laten werken, terwijl diverse keren is vastgesteld dat werknemer niet over de vereiste competenties beschikt, komt voor rekening van Thedinghsweert. Kritiek op het functioneren van werknemer is niet structureel naar voren gebracht. Dat werknemer de regels op grove wijze overtreedt, is voorts onvoldoende aannemelijk geworden. Het standpunt dat werknemer kritiek heeft geuit op het functioneren van de directrice en daardoor de positie van de directrice ondermijnt, volgt de kantonrechter niet. Thedinghsweert heeft het door werknemer op de bedrijfscomputer geplaatste stuk over het functioneren van de directrice zelf ingebracht op een bestuursvergadering. Er is geen sprake van dat in redelijkheid niet van Thedinghsweert gevergd kan worden dat zij het dienstverband voortzet. Nu werknemer een dienstwoning bewoont, zal werknemer de woning bij het eindigen van de dienstbetrekking moeten verlaten. Er mag daarom meer inspanning van partijen worden verlangd om hun verhouding goed te houden en zo nodig te repareren dan wanneer geen dienstwoning in het geding is. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.