Rechtspraak
werknemer/werkgeverRechtbank Amsterdam, 20 oktober 2011
werknemer/werkgever
Werknemer is op 1 december 2009 in dienst getreden als chef-kok. Werkgever stelt dat werknemer op 3 juni 2011 ontslag heeft genomen om te emigreren naar Engeland. Werknemer heeft op 29 juni 2011 een hartaanval gehad. Na 31 juli 2011 heeft werkgever geen loon meer betaald. Werknemer betwist dat hij ontslag heeft genomen en vordert loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever heeft vijf eensluidende en gedetailleerde verklaringen van medewerkers overgelegd waaruit blijkt dat werknemer duidelijk en ondubbelzinnig te kennen heeft gegeven de arbeidsovereenkomst te willen beƫindigen. Deze verklaringen zijn door werknemer onvoldoende weersproken. Doorslaggevend is een mail van de vriendin van werknemer waarin zij aangeeft dat werknemer na zijn hartaanval niet meer zal terugkeren voor hij vertrekt. Onder verwijzing naar het arrest Westhoff/Spronsen (HR 12 september 1986, NJ 1987, 267) wordt geoordeeld dat werkgever niet in strijd met zijn onderzoeksplicht heeft gehandeld. Niet gebleken is dat werknemer de gevolgen van zijn besluit niet kon overzien en hij heeft nog enige tijd gehad om op zijn verklaring terug te komen. Volgt afwijzing van de vordering.