Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 27 september 2011
ECLI:NL:GHSGR:2011:BU2798
werkneemster/Stichting Rivas Zorggroep
Werkneemster (56 jaar) is sinds 1 oktober 1989 als verpleegkundige bij Rivas in dienst. Tot medio november 2005 heeft werkneemster gewerkt op de afdeling Spoedeisende hulp (hierna: de SEH). Zij heeft in 2003 geklaagd over de hoge werkdruk. Rivas heeft vervolgens een onderzoek ingesteld. Op 20 september 2004 is werkneemster tijdens haar werkzaamheden flauwgevallen in verband met een daling van haar bloeddruk. De huisarts van werkneemster heeft geconstateerd dat zij door de hoge werkdruk was ingestort. De leidinggevende van werkneemster heeft dit aangemerkt als 'burn-outklachten'. Nadat werkneemster in 2005 voor korte tijd weer haar bedongen arbeid heeft verricht is zij opnieuw uitgevallen. Vanaf 18 november 2007 ontvangt werkneemster een loongerelateerde WIA-uitkering. Werkneemster heeft Rivas aansprakelijk gesteld voor de schade die zij ten gevolge van haar psychische klachten lijdt. De kantonrechter heeft de vorderingen van werkneemster afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat op basis van de gedingstukken met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de medische klachten van werkneemster werkgerelateerd zijn. Niet in geschil is dat werkneemster langdurig onder hoge psychische druk heeft moeten werken en dat werkneemster een burn-out heeft. Voor het antwoord op de vraag of Rivas haar zorgplicht heeft geschonden, is van belang dat werkneemster zich bij brief van 16 januari 2003 aan Rivas (zie sub 2.3) in niet mis te verstane bewoordingen bij het management van Rivas heeft beklaagd over ondraaglijke werkdruk, onderbezetting en het risico voor overbelasting, uitval en ziekte. Dat officieel de formatie toereikend was (rapport Medirisk) en werkneemster wellicht minder goed tegen op de SEH, naar uit de stukken blijkt, voorkomende (piek)belasting(en) bestand was dan andere SEH-verpleegkundigen, is geen disculperende omstandigheid: uit de hiervoor gememoreerde klachten van werkneemster had Rivas het signaal moeten oppikken dat bij onveranderde omstandigheden uitval van werkneemster dreigde. Niet is gebleken dat Rivas voldoende adequaat op de klachten van werkneemster heeft gereageerd. Uit het voorgaande, in onderlinge verband en samenhang bezien, volgt dat Rivas niet heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht ex artikel 7:658 lid 1 BW.