Naar boven ↑

Rechtspraak

VUmc/werkneemster
Rechtbank Amsterdam, 9 november 2011

VUmc/werkneemster

Ontbinding arbeidsovereenkomst wetenschappelijk docent die tegen financiële tegenprestatie onderzoek verricht voor een derde, waarbij ten onrechte de indruk wordt gewekt dat wetenschappers van het VUmc bij het onderzoek zijn betrokken. Vertrouwensbreuk

Werkneemster is sinds 1999 in dienst van VUmc als wetenschappelijk docent. Ze heeft in opdracht van een derde onderzoek verricht, waarna diverse geschillen zijn gerezen. Werkneemster is door de voorzieningenrechter veroordeeld haar onderzoeksrapport zodanig in te richten dat daaruit blijkt dat zij daaraan in privé verbonden is. In de (lokale) media is aandacht voor de zaak geweest. VUmc heeft werkneemster gevraagd de opdrachtverstrekking van de derde te overleggen, alsmede het vonnis van de voorzieningenrechter. Werkneemster heeft dit geweigerd. De Ombudscommissie van VUmc heeft geadviseerd dat werkneemster in strijd heeft gehandeld met de Researchcode VUmc door een rapport te schrijven voor een externe, commerciële bron, waarvoor zij een financiële tegenprestatie ontving. Zij had het onderzoek aan haar superieuren moeten melden. Begin 2010 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Thans verzoekt VUmc ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een vertrouwensbreuk.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het advies van de Ombudscommissie staat het ontbindingsverzoek niet in de weg, omdat de commissie zich over iets heel anders heeft uitgelaten. Werkneemster heeft zeer onzorgvuldig gehandeld door te weigeren VUmc openheid van zaken te geven. VUmc had een gerechtvaardigd belang bij overhandiging van het vonnis, omdat in perspublicaties aan VUmc als werkgever werd gerefereerd. Werkneemster heeft aan de derde een nota verstrekt waaruit blijkt dat diverse wetenschappers bij het onderzoek zouden worden betrokken, terwijl in werkelijkheid het onderzoek slechts door werkneemster en studenten is verricht. Werkneemster heeft hierbij de naam van VUmc ingebracht, waarmee zeer onzorgvuldig is gehandeld. De grond van het ontbindingsverzoek houdt geen verband met de arbeidsongeschiktheid van werkneemster, aangezien het zeer onjuiste handelen van werkneemster is begonnen voordat zij ziek werd. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. VUmc heeft onweersproken gesteld dat werkneemster, als zij een WW-uitkering ontvangt, in aanmerking komt voor een door VUmc gefinancierde bovenwettelijke uitkering. Werkneemster komt derhalve geen nadere vergoeding toe. Meegewogen wordt dat, nu het ontbindingsverzoek nadrukkelijk is gebaseerd op wijziging van omstandigheden en niet op een dringende reden, de zogenaamde subjectieve dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW ontbreekt.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 09-11-2011
  • Roepnaam: VUmc/werkneemster
  • Zaaknummer: 1286971 EA VERZ 11-1438
  • Nummer: AR-2011-0957