Rechtspraak
werkgeefster/werkneemster
Werkneemster (32 jaar) is sinds 2005 in dienst bij werkgeefster in de functie van Accountmanager Telesales New Business. In 2008 is zij benoemd tot Expert. Vanaf 2006 is werkneemster diverse keren op haar manier van communiceren aangesproken. In maart 2010 heeft werkneemster een officiële waarschuwing ontvangen voor haar gedrag en communicatie naar aanleiding van een door haar verzonden e-mail aan een aantal hoger geplaatsten. In december 2010 heeft werkneemster een tweede officiële waarschuwing ontvangen, eveneens voor haar wijze van communiceren naar klanten, collega's en leidinggevenden toe. Ze is bij deze gelegenheid op non-actief gezet in afwachting van een procedure tot beëindiging van het dienstverband. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, omdat ter zitting is gebleken dat partijen geen heil meer zien in een terugkeer bij werkgeefster. De verstoorde arbeidsrelatie is voornamelijk te wijten aan de houding van werkneemster. De slechte beoordeling over 2009 en de waarschuwing in maart 2010 hebben niet geleid tot enige aanpassing van haar manier van communiceren, hetgeen wel had gemoeten. Pogingen van werkgeefster om een gedragsverandering te bewerkstelligen hebben bij werkneemster slechts geleid tot het zoeken van een confrontatie.
Daartegenover is ook voldoende aannemelijk geworden dat werkneemsters beoordeling over 2009 (ondanks een aantal rake observaties) onverwacht negatief is geweest. Werkneemster heeft terecht opgemerkt dat zij over de aangestipte punten weinig of geen feedback voorafgaand aan het beoordelingsgesprek heeft ontvangen en dat zij moeite heeft om enige motivatie te putten uit de aaneenschakeling van kritiekpunten. Voorts is de noodzaak voor de non-actiefstelling onvoldoende aangetoond. Alle omstandigheden meegewogen wordt een vergoeding met C=0,5 toegekend.