Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam, 18 november 2011
ECLI:NL:RBROT:2011:BU5268

werknemer/werkgeefster

Werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden tot afgifte relatielijst na einde dienstverband, zodat werknemer duidelijk is met welke klanten hij geen zaken mag doen

Werknemer is van 2007 tot 2010 in dienst geweest in de functie van commercieel manager. Hij heeft zelf ontslag genomen. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding overeengekomen. Thans vordert werknemer afgifte van een lijst met relaties van werkgeefster.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen staat vast dat 300 à 500 relaties onder het relatiebeding vallen. De stelling van werknemer dat hij deze relaties niet allemaal bij name kent, komt de kantonrechter aannemelijk voor en is ook onvoldoende onderbouwd betwist. Werknemer is hierbij dan ook afhankelijk van informatie van werkgeefster. Werkgeefster heeft aangeboden dat werknemer haar kan bellen of kan langskomen met de vraag of een bepaalde klant binnen het relatiebeding valt. Met werknemer is de kantonrechter van oordeel dat dit geen redelijke werkwijze is.

De eisen van goed werkgeverschap brengen met zich dat werkgeefster documenteert ten aanzien van welke relaties dat beding geldt, zeker nu tussen partijen vaststaat dat het gaat om 300 tot 500 relaties. Voldoende duidelijk is dat werknemer in zijn nieuwe betrekking niet behoorlijk kan functioneren wanneer hij niet weet met welke klanten hij geen zaken mag doen. Hij heeft derhalve een zwaarwegend belang bij afgifte van die relatielijst. Tegenover het zwaarwegend belang van werknemer wegen de belangen van werkgeefster minder zwaar en werkgeefster heeft onvoldoende gemotiveerd gesteld dat afgifte van de relatielijst voor haar ernstige onomkeerbare gevolgen heeft. Volgt toewijzing van de vordering.