Rechtspraak
werknemer/werkgever
Werknemer is op 20 oktober 2008 in dienst getreden als schoonmaker algemeen onderhoud voor de duur van zes maanden. Voorafgaand aan de verlenging van de arbeidsovereenkomst per 20 april 2009 met zes maanden tot 20 oktober 2009, heeft in april 2009 tussen partijen een gesprek plaatsgevonden. Werknemer heeft na 20 oktober 2009 zijn werkzaamheden ongewijzigd voortgezet. In de toepasselijke cao is bepaald dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die stilzwijgend is verlengd, geacht wordt te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. Werkgever heeft laten weten dat het dienstverband aan het einde van de derde arbeidsovereenkomst niet werd verlengd en derhalve zou eindigen op 20 april 2010. Werknemer stelt dat, nu bij het aflopen van de tweede periode geen gesprek heeft plaatsgevonden, de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is verlengd en derhalve een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft niet anders gesteld dan dat er geen gesprek met hem is gevoerd vóór 20 oktober 2009, waarin werkgever hem uitdrukkelijk had kunnen meedelen dat de verlenging van de arbeidsovereenkomst per die datum opnieuw een verlenging voor bepaalde tijd betrof. De bedrijfsleider en medewerkster personeelszaken hebben beiden verklaard dat de gang van zaken in het geval van werknemer gelijk was aan de gebruikelijke gang van zaken binnen het bedrijf (aan het einde van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt een gesprek met de betreffende werknemer gevoerd). Gelet op de gang van zaken bij de verlenging van de eerste arbeidsovereenkomst, is dit niet onaannemelijk. Nu bovendien uitdrukkelijk in artikel 2 van de arbeidsovereenkomst de bedoeling van werkgever blijkt om eerst tweemaal een verlenging aan te bieden en slechts schriftelijk een overeenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden, na tussenkomst van de directie, mocht werknemer onder deze omstandigheden niet uit de handelingen of gedragingen van werkgever aannemen dat het de bedoeling was om de arbeidsovereenkomst na 20 oktober 2009 stilzwijgend voor onbepaalde tijd voort te zetten. Volgt afwijzing van de vordering.