Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Fiat Group Automobiles Netherlands BV
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 9 december 2011
ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9398

werknemer/Fiat Group Automobiles Netherlands BV

Non-actiefstelling manager Fiat Nederland. Een recht op feitelijke tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst bestaat in zijn algemeenheid niet. Toewijzing wedertewerkstelling

Werknemer is sinds september 2009 in dienst van Fiat Group Automobiles Netherlands BV (hierna: FGAN). Op 1 mei 2011 is werknemer, naast zijn functie als Sales Manager, gaan werken als Brand Country Manager Fiat voor Nederland. Op 12 september 2011 is werknemer op non-actief gesteld. De non-actiefstelling houdt verband met de parallelle import vanuit Belgiƫ. Werknemer vordert thans wedertewerkstelling. FGAN stelt zich op het standpunt dat er niet zoiets bestaat als een 'recht op werk' en verwijst hierbij naar de uitspraak van de Hoge Raad van 12 mei 1989, NJ 1989, 801. Werknemer stelt daarentegen dat, conform hetzelfde arrest van de Hoge Raad, de mogelijkheid tot wedertewerkstelling afhangt van de omstandigheden van het geval.

De voorzieningenechter oordeelt dat een recht op feitelijke tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst in zijn algemeenheid niet bestaat. De vraag of de werkgever verplicht is de werknemer in staat te stellen de overeengekomen arbeid te verrichten, is in het kader van goed werkgeverschap afhankelijk van de aard van de dienstbetrekking, van de overeengekomen arbeid en van de bijzondere omstandigheden van het geval (zie HR 27 mei 1983, NJ 1983, 758). In het onderhavige geval is sprake van zodanige omstandigheden dat werknemer belang heeft bij een wedertewerkstelling. Mede door de publicatie van zijn schorsing op de website van FGAN is hij ernstig benadeeld. De autobranche is een kleine wereld en werknemer is, naar door FGAN niet is betwist, voor het hebben van werk afhankelijk van deze branche. In het onderhavige geval heeft werknemer recht op werkhervatting. Dat werknemer eerder op de hoogte was van de parallelle import en dit niet heeft gemeld is onvoldoende aannemelijk geworden. Van schending van interne regels met betrekking tot het versturen van een brief over de afwikkeling van bonussen aan de vijf andere Fivan-bedrijven (groep van onder meer Fiat-dealers) is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat FGAN door het sturen van de brief over de bonussen is benadeeld. Bovendien acht de voorzieningenrechter het niet evident dat de kantonrechter in de inmiddels door FGAN aanhangig gemaakte bodemprocedure de arbeidsovereenkomst zal ontbinden. Volgt toewijzing van de vordering tot wedertewerkstelling.