Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam, 16 februari 2012
ECLI:NL:RBDOR:2012:BV7935
werknemer/Motorrevisie en reparatiebedrijf Bogenda BV
Werknemer is sinds 1984 bij Bogenda in dienst, laatstelijk in de functie van technisch commercieel chef. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst van werknemer en negen andere werknemers wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Thans vordert werknemer schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Van een valse of voorgewende reden is op basis van de overgelegde jaarstukken geen sprake. De stelling dat de omzetdaling het gevolg is van mismanagement wordt gepasseerd nu gesteld noch gebleken is dat de geconstateerde structurele omzetdaling zou kunnen worden omgebogen en in welke mate. Bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van het ontslag dienen alle omstandigheden te worden meegewogen. Aan de zijde van werknemer wordt meegewogen dat hij ten tijde van het ontslag 55 jaar oud is, hij zich bij Bogenda in 27 jaar ontwikkeld heeft van monteur tot technisch commercieel chef en dat werknemer altijd goed gefunctioneerd heeft. Hij is door het ontslag geconfronteerd met een daling van zijn inkomsten. Hoezeer werknemer ook door het ontslag zal zijn geraakt, geoordeeld wordt dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is. Door opzegging van de tien arbeidsovereenkomsten beoogt Bogenda het voortbestaan van de onderneming en de werkgelegenheid voor de overgebleven twaalf werknemers te handhaven. Gesteld noch gebleken is dat het afspiegelingsbeginsel onjuist zou zijn toegepast of dat met de opzegging van de tien arbeidsovereenkomsten de grenzen van het goed werkgeverschap zouden zijn overschreden. Volgt afwijzing van de vordering.