werknemer/K & A Detachering BV

Werknemer heeft in het kader van een tussen hem en K & A gesloten overeenkomst werkzaamheden verricht bij Y. Met betrekking tot de inhoud van deze overeenkomst is niets schriftelijk vastgelegd, althans niet in de zin van een door partijen ondertekend geschrift. Werknemer stelt dat sprake is van een detacheringsovereenkomst en dat de CAO Uitzendkrachten (ABU) van toepassing is. Eind december 2011 is werknemer uitgevallen als gevolg van oogklachten. Hij vordert loondoorbetaling over de periode dat hij arbeidsongeschikt is wegens ziekte.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Van K & A als werkgever mag worden verwacht dat, indien zij van mening is dat tussen partijen een schriftelijke uitzendovereenkomst is overeengekomen, zij in ieder geval een volledig exemplaar van die overeenkomst in het geding brengt. Zij kan niet volstaan met de overlegging van een enkele pagina van die overeenkomst. De overeenkomst met K & A is niet bij het beëindigen van de opdracht door Y of door de ziekte van werknemer geëindigd, aangezien schriftelijke instemming van werknemer met een beding ex artikel 7:691 lid 2 BW ontbreekt. Werknemer beroept zich op artikel 30 lid 2 jo. 33 lid 6 van de CAO Uitzendkrachten (ABU), waarbij wordt bepaald dat bij ziekte gedurende de eerste 52 weken 91% van het salaris dient te worden doorbetaald. K & A is van mening dat de CAO Uitzendkrachten (NBBU) van toepassing is. Geen van beide partijen heeft de kantonrechter kunnen overtuigen van het feit dat de door hen benoemde cao van toepassing is op de tussen hen geldende arbeidsovereenkomst. Omdat voor nadere instructie in dit kort geding geen ruimte is, wordt teruggevallen op artikel 7:629 BW. Op grond van artikel 7:629 BW wordt K & A veroordeeld tot betaling van 70% van het loon tijdens ziekte.