Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Laurens
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 8 maart 2012

werkneemster/Stichting Laurens

Loonvordering arbeidsongeschikte werkneemster slechts toegewezen voor de periode dat zij medisch gezien niet is staat was te re-integreren

Werkneemster is in mei 2005 in dienst getreden van (de rechtsvoorgangster van) Laurens, laatstelijk in de functie van geestelijk verzorger en cliƫntvertrouwenspersoon. Op 28 juni 2010 heeft hij zich ziek gemeld. De bedrijfsarts oordeelt dat werkneemster in staat is tot het verrichten van licht fysiek werk. Vanaf 23 januari 2011 heeft werkneemster zich diverse keren ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat re-integratie en het werk dienen te worden hervat. Een deskundige van het UWV heeft geoordeeld dat werkneemster in staat is de geadviseerde urenuitbreiding door de bedrijfsarts waar te maken. Op 1 maart 2011 is het loon korte tijd stopgezet. Werkneemster heeft zich in mei 2011 opnieuw ziek gemeld, waarna de bedrijfsarts wederom oordeelt dat re-integratie dient te worden hervat. Er volgt weer een loonstop. Op 12 juli 2011 verklaart werkneemster zichzelf 100% arbeidsgeschikt en meldt ze zich om haar werkzaamheden in haar eigen functie te hervatten. Op 26 juli 2011 meldt zij zich weer ziek. Laurens heeft dit niet geaccepteerd en het loon stopgezet. De verzekeringsarts van UWV oordeelt dat de psychische spankracht van werkneemster te gering is om te kunnen re-integreren. Thans vordert werkneemster loon over de perioden dat de loonbetaling is stopgezet.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster stelt dat zij medisch gezien niet in staat was om te re-integreren. Dit volgt volgens haar uit rapportages van PsyQ. Uit rapportages van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts blijkt echter dat zij wel in staat was te re-integreren. Anders dan de behandelaar van PsyQ zijn de bedrijfsarts en verzekeringsarts opgeleid te adviseren omtrent de arbeids(on)geschiktheid van een werknemer. Er is onvoldoende aanleiding het oordeel van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts terzijde te schuiven. Tot juli 2011 wordt werkneemster in staat geacht te re-integreren. De loonvorderingen tot deze periode worden afgewezen. Voor wat betreft de loonvordering na 26 juli 2011 is dit anders. Door een deskundige van het UWV is geoordeeld dat werkneemster vanaf augustus 2011 medisch gezien niet in staat was te re-integreren en ook de bedrijfsarts komt met terugwerkende kracht tot dit oordeel. Aannemelijk is dat werkneemster reeds op het moment van haar ziekmelding op 26 juli 2011 niet in staat was te re-integreren. De loonvordering van 26 juli 2011 tot 15 september 2011 wordt toegewezen.